
Het Agentschap Telecom en de Autoriteit Persoonsgegevens zijn een onderzoek gestart naar het gebruik van data van T-Mobile door het Centraal Bureau voor de Statistiek. Medewerkers van het CBS hadden vanaf 2017 toegang tot niet-anonieme locatiegegevens van T-Mobile-klanten, zonder dat de klanten daarover geïnformeerd werden. Met de data wilden het CBS en T-Mobile een algoritme ontwikkelen dat op basis van de locatiedata van één mobiele provider het mobiliteits- en verblijfsgedrag van Nederlanders zou kunnen meten.
Die stap zetten het AT en de AP na onthullingen van de NRC middels de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). Uit documenten die de krant via een Wob-verzoek verkreeg, blijkt dat CBS-medewerkers via laptops bij T-Mobile toegang hadden tot IMSI-nummers, die herleidbaar zijn naar telefoons. Bovendien zou uit de stukken het beeld naar voren komen dat het CBS de wet bewust overtrad. Volgens het AT hebben beide partijen de toegang verzwegen in het reguliere overleg dat het Agentschap met het CBS en T-Mobile voerde.
In een toelichting stellen de toezichthouders dat telecomdata op zich al 'hypergevoelig' zijn, omdat je bij volledige toegang iemand in theorie de hele dag kunt volgen. Daarmee kan je vrijwel alles over het privéleven van iemand te weten komen. "Daarom nemen AT en AP deze zaak zeer serieus en moet de onderste steen boven", zo zeggen zij in een verklaring tegen de NRC.
Het CBS en T-Mobile ontkennen dat medewerkers van het CBS toegang hadden tot IMSI-nummers.