
Het BIPT heeft tegen een wetswijziging geadviseerd die bedoeld is om slapende contracten tegen te gaan. In het wetsvoorstel staat dat providers verplicht zijn om oude contracten automatisch over te zetten naar voordeligere tariefplannen. De Belgische toezichthouder geeft aan dat het alles wil doen om de consumenten meer transparantie te bieden, maar dat het huidige wetsvoorstel niet wenselijk en niet verenigbaar met het Europese kader is.
Het BIPT stelt dat het wetsvoorstel problemen oplevert, omdat het de huidige wetten zou kunnen doen botsen. Aan de ene kant moeten consumenten minstens eenmaal per jaar een tariefplan voorgesteld krijgen dat voordeliger zou zijn, rekening houdende met hun gebruikspatroon. Aan de andere kant zou het wetsvoorstel, behoudens tegenkanting van de consumenten, de overstap naar een gunstiger tariefplan verplichten indien een tariefplan zou worden stopgezet. Er zou overgestapt worden naar een tariefplan dat goedkoper is met technische prestaties die minstens gelijkwaardig zouden zijn volgens een methode vastgelegd door het BIPT.
Omdat de twee methodes om een voordeliger tariefplan te bepalen verschillend zijn, zouden de twee mogelijkheden tegenstrijdig met elkaar kunnen zijn, zo denkt het BIPT. Dit zou ten koste gaan van de consumenten.
Moeilijk te rijmen met het huidige Europese kader
Daarnaast blijkt het systeem ook te botsen op het huidige Europese kader. Daarin staat dat aanbieders de eindgebruikers ten minste jaarlijks moeten informeren over de voordeligste tarieven. Bovendien staat er in de Europese wet dat lidstaten geen bepalingen ter bescherming van de gebruiker mogen introduceren die afwijken van de Europese wetgeving, met inbegrip van meer of minder strikte bepalingen die een ander niveau van bescherming waarborgen. Het aannemen van een strengere wet zou dus tegen deze Europese regels zijn.
Daarom is het BIPT van mening dat een wetswijziging zowel onnodig als wettelijk niet te rechtvaarden is: "Op basis van bovenstaande elementen is het BIPT van mening dat het noch wenselijk, noch wettelijk verenigbaar is met het Europese kader, om gevolg te geven aan het voorgelegde wetsvoorstel."