
De manier waarop Belgische operators omspringen met het verwerken en gebruik van abonneegegevens, laat te wensen over. Dat blijkt uit een 16 december afgerond onderzoek van de Belgische Post- en telecomtoezichthouder BIPT.
Het BIPT wilde een duidelijk beeld krijgen van hoe en op welke wijze operators artikel 122 en 123 van de Wet Elektronische Communicatie naleven. De twee artikelen betreffen op welke wijze en onder welke voorwaarden operatoren verkeers- en locatiegegevens mogen verwerken. Operators zijn niet transparant over wat zij met abonneegegevens van hun klanten doen en gaan evenmin goed om met het vragen van toestemming voor het gebruik van abonneegegevens.
Veel voorkomende tekortkomingen
Veel voorkomende tekortkomingen zijn volgens de Belgische telecomtoezichthouder onduidelijkheid over de te verwerken gegevens en over wat de verwerking inhoudt. Toestemming voor verwerking wordt de facto niet gevraagd maar wel verondersteld. De mogelijkheid om de toestemming in te trekken is niet altijd duidelijk en de contracten met derden bieden te weinig garanties op een wetsconforme verwerking van de communicatiegegevens.
Het is verder onduidelijk hoe lang operators abonnee-, verkeers- en locatiegegevens van klanten nog gebruiken na afloop van een contract met klanten waarvan de gegevens gebruikt worden. Slechts twee operators bieden in hun algemene voorwaarden voldoende duidelijkheid over hoe abonneegegevens eventueel verwerkt kunnen worden. Slechts één operator vraagt op behoorlijke wijze toestemming van zijn klanten voor het gebruik van gegevens. In de meeste contracten die operators met derde partijen gesloten hebben voor (her)gebruik van abonnee-, verkeers- of locatiegegevens, staat niet duidelijk dat de gegevens vertrouwelijk behandeld dienen te worden.Dat geldt ook voor contracten met partijen buiten de EU.
Het BIPT begon afgelopen april met de studie. Bij het onderzoek werd hoofdzakelijk gebruik gemaakt van de antwoorden die de operators gaven op vragen van het BIPT en van door hen gepubliceerde documenten, vooral algemene voorwaarden en bijkomend andere contractsformulieren. De betrokken operators waren Base, Belgacom, Mobistar, Numericable, Scarlet, Telenet en VOO.
Vervolg op onderzoek
Volgens het BIPT is de beperkte naleving van artikelen 122 en 123 deels te wijten aan het feit dat er nog niet eerder controle op heeft plaatsgevonden en dat het onderwerp enigszins 'onder de radar' bleef. de toezichthouder stelt dat het in opvolging van dit onderzoek met de betrokken stakeholders (operators, consumentenorganisaties en CBPL) na zal gaan hoe de bestaande tekortkomingen kunnen worden weggewerkt en hoe de garanties van de artikelen 122 en 123 WEC effectief in de praktijk kunnen worden gebracht.
Volgens beide wetsartikelen zijn operators onder meer verplicht om verkeers- en locatiegegevens te verwijderen of te anonimiseren wanneer ze niet meer nodig zijn voor het leveren van de betrokken dienst(en) aan klanten of voor samenwerking met autoriteiten (zoals de door het Europees Hof van Justitie ongrondwettelijk verklaarde bewaarplicht).
Verder moeten operators klanten er van op de hoogte stellen wanneer hun abonneegegevens in een periode van 1 tot 2 jaar na contractbeëindiging nog gebruik worden, of gebruikt worden voor facturering en de betaling van interconnectiekosten. Abonneegegevens mogen alleen gebruikt worden voor zaken zoals marketingdoeleinden of het opstellen van gebruikerspatronen na expliciete toestemming van klanten en na een duidelijke uitleg over dit gebruik door de operator.