
Het BIPT ziet geen om een recht op (toegang tot een) open en toereikend internet grondwettelijk te verankeren. Dat schrijft de toezichthouder in een advies over een wetswijziging, gegeven op verzoek van de voorzitster van de commissie voor Grondwet en Institutionele vernieuwing van de Kamer van volksvertegenwoordigers.
De wetswijziging gaat over artikel 23, waarin staat dat iedereen het recht heeft een menswaardig leven te leiden. De wijziging, ingediend door Christophe Lacroix (PS) en consorten, stelt voor om een zevende eis aan een menswaardig leven toe te voegen. Naast onder meer behoorlijke huisvesting en gezinsbijlagen zou ook recht op toegang tot een neutraal en open internet tot de basisbehoeften voor een menswaardig leven moeten behoren, zo staat in de wetswijziging.
Het BIPT vindt de wetswijziging echter onnodig, omdat er volgens de toezichthouder in het EU-kader (met name in de Open Internetverordening van 2015 en het Europees Wetboek voor elektronische communicatie van 2018) genoeg taken, beginselen en doelstellingen geformuleerd zijn die waarborgen dat het internet open blijft en die de overheid ertoe aanzetten om resterende problemen in verband met de toereikendheid van het internet aan te pakken.
Dit beleid zou in België ook 'effectief ten uitvoer' worden gebracht'. Bovendien zal de uitrol van glasvezel en 5G ervoor zorgen dat de beschikbare netwerkcapaciteit verhoogd wordt en de kans op congestie verkleint. De netwerken zullen er daarnaast voor zorgen dat er genoeg mogelijkheden zijn om 'kwaliteitsvolle, innovatieve online diensten' aan burgers aan te bieden.