
Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) heeft een last onder dwangsom vernietigd die ACM heeft opgelegd aan KPN. De zaak draait om het tarief voor transitdiensten bij informatienummers. Het CBb oordeelt dat ACM niet bevoegd is om aan KPN tariefregels op te stellen op dit deel van de markt.
Als een eindgebruiker vanaf netwerk A (bijvoorbeeld mobiel) een informatienummer belt op netwerk B (bij een van de zakelijke aanbieders), dan is een transitdienst nodig om het gesprek van A naar B te brengen. KPN voert als enige deze dienst uit en berekent daarvoor een bepaald tarief.
In 2013 heeft ACM vastgesteld dat dat tarief hoger was, tot wel 3 cent per minuut, dan bij andere soorten transitdiensten. ACM heeft daarvoor een last onder dwangsom opgelegd om KPN te dwingen dit tarief te verlagen. KPN heeft de zaak in een bodemprocedure naar het CBb gebracht en die heeft daarover juridische vragen gesteld aan het Europees Hof van Justitie.
Het CBb heeft nu geoordeeld dat het transittarief een klein deel is van de totale tarieven voor een gesprek. Daarom acht het CBb het niet noodzakelijk en evenredig’ dat ACM die tarieven aanpast onder artikel 5 van het Besluit Interoperabiliteit. Het vonnis is definitief.