
Facebook heeft in een reactie aangegeven de nadere informatie te verschaffen op dat deel van de vragen dat waarop de bevoegdheid van het CBP betrekking heeft en de toepasselijkheid van de Wbp. Het CBP zal deze informatie beoordelen en heeft daarom de last onder dwangsom voorlopig geschorst. Facebook liet recent bij monde van de vice-president voor publiek beleid in Europa, Richard Allan, weten te vrezen voor fragmentatie van het toezicht op dataregels en privacy. Landelijke toezichthouders zoals het CBP zouden steeds meer op eigen houtje werken en niet op basis van EU-regels.
Eind 2014 besloot het CBP onderzoek te doen naar de privacyvoorwaarden van Facebook. Aanleiding daarvoor was de aankondiging van het bedrijf dat per 1 januari 2015 nieuwe privacyvoorwaarden zouden gelden voor Facebookgebruikers. Deze privacyvoorwaarden zijn uiteindelijk op 30 januari 2015 in werking getreden. Het CBP heeft de gevraagde informatie van Facebook onder meer nodig voor de vaststelling van zijn bevoegdheid en de toepasselijkheid van de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp).
Eerder verzocht het CBP Facebook te wachten met het doorvoeren van het nieuwe privacybeleid tot de resultaten van het onderzoek bekend zijn. De privacyvoorwaarden geven Facebook onder meer het recht om gegevens en foto’s uit Facebook-profielen te gebruiken voor commerciële doeleinden.