Minister De Jonge (VWS) wil volgende week een update geven over de wijze waarop de Nederlandse overheid digitale middelen wil inzetten om het testbeleid van GGD's te ondersteunen. Dat schrijft de minister van VWS in een Kamerbrief.
Zeven corona-apps voor bron- en contactonderzoek die voortkwamen uit een appathon afgelopen weekeinde, worden niet meegenomen in het vervolgtraject. Zij voldoen niet aan eisen op gebieden zoals privacy en informatie-veiligheid. VWS trekt zich kritiek op vorm en inhoud van het selectieproces aan en neemt dit mee. Over vier weken laat De Jonge weten welke nieuwe stappen er gezet kunnen worden op gebieden zoals apps.
Veel breder kijken dan alleen apps
De Jonge benadrukt in de brief dat er veel breder werd en zal worden gekeken dan alleen de ontwikkeling van nieuwe apps voor tracking en monitoring. Verder stelt de bewindsman dat Nederland uitgebreid heeft bijgedragen aan de internationale richtlijnen van de Europese Commissie voor corona-apps. Vijf Europese landen zetten momenteel al apps in om te traceren of mensen in contact zijn gekomen met een corona-patiënt.
De Jonge meent dat de inzet van technologie op een veilige en privacy-bestendige wijze dient te gebeuren en zal relevante partijen zoals de Autoriteit Persoonsgegevens in alle volgende stappen en voorstellen meenemen. Verder stelt de bewindsman dat hij een aparte taskforce instelt voor gedragswetenschappelijke benadering van de inzet van corona-apps. ‘Ik deel de conclusie dat niet de technologie zelf de uitweg uit de lockdown zal bieden, maar het gedrag van de mensen in de samenleving.’
Onenigheid over nut Bluetooth
Gisteren werden vertegenwoordigers van de Tweede Kamer uitgebreid gebriefd door technische, gedrags- en privacy-experts over de inzet van apps om de corona-uitbraak in Nederland te lijf te gaan. Er is onenigheid tussen experts over de werking van Bluetooth als technologie om op korte afstand informatie uit te wisselen over of iemand in de buurt is van een corona-patiënt. Sommige experts stelden minder vergaande toepassingen voor die op postcode-niveau corona-besmettingen in kaart brengen.
