
De Europese Commissie benadrukt dat het gebruik van tracking-apps die de verspreiding van het coronavirus moeten monitoren en zo beperken, altijd vrijwillig moet zijn. Verder stelt de EC in vandaag gepubliceerde richtlijnen dat er geen locatiegegevens gebruikt moeten worden, dat de identiteit van gebruikers niet herleidbaar mag zijn en dat de apps niet langer gebruikt mogen worden wanneer de coronacrisis voorbij is.
Dat staat in de 'Gemeenschappelijke EU-toolbox voor de lidstaten' over mobiele applicaties ter ondersteuning van het traceren van contacten. Het gaat om richtlijnen omdat de EU niet kan bepalen hoe en waar apps ingezet worden in de strijd tegen corona. In Nederland is het kabinet nu bezig met het bepalen welke app hiervoor gebruikt moet worden. In Duitsland is recent zo'n app geïntroduceerd. Ook landen zoals Oostenrijk zijn ermee bezig.
De Europese Commissie riep eerder in april de 27 EU-lidstaten op om een gemeenschappelijke aanpak te hanteren bij het gebruik van mobiele apps en netwerklocatiegegevens om het coronavirus te bestrijden. Het doel was om uiterlijk op 15 april bovengenoemde 'toolbox' beschikbaar te hebben om het gebruik van dergelijke gegevens te ondersteunen.
De aanbevelingen uit Brussel moeten ervoor zorgen dat alle EU-lidstaten eenzelfde soort apps inzet tijdens de coronacrisis. Ook moeten deze apps interoperabel zijn, zodat mensen ook een signaal kunnen krijgen over een corona-patiënt in hun omgeving buiten het eigen land. De European Data Protection Board, samengesteld uit nationale privacyregelgevers uit de EU, heeft richtlijnen gegeven over hoe de apps in overeenstemming kunnen worden gebracht met de GDPR (AVG in Nederland).
Locatiegegevens niet nodig
"Locatiegegevens zijn niet nodig voor traceerapps, omdat het doel van dit soort apps niet is om de bewegingen van mensen te volgen", zo stelt de Commissie. Dit zou ook in strijd zijn met het principe om zo min mogelijk data te verzamelen en kan leiden 'tot grote veiligheids- en privacykwesties'.
"Sterke privacywaarborgen zijn een voorwaarde voor het gebruik van deze apps en dus voor hun bruikbaarheid", aldus Eurocommissaris Thierry Breton tegenover Reuters. Alle gebruikte apps moeten dus gebaseerd zijn op geanonimiseerde data. "Locatiegegevens zijn niet vereist of aanbevolen voor contacttraceerapps, aangezien de apps niet als doel hebben om de bewegingen van individuen te volgen of om regels te handhaven."
Bluetooth zou een goed alternatief zijn. Met deze technologie kunnen smartphones onderling op korte afstand signalen uitwisselen om een soort logboek te creëren van mensen die bij elkaar in de buurt zijn geweest, zonder dat hiervoor centraal locatie- of persoonsgegevens opgeslagen hoeven te worden.
Aanbevelingen slechts eerste versie
De toolbox is volgens de EC onderdeel van een doorlopend proces, waarin lidstaten samenwerken om deze en andere praktische tools te maken en te verbeteren. De nu gepubliceerde aanbevelingen zijn slechts een eerste versie.
De Commissie beoordeelt op 30 april hoe effectief de apps zijn op een nationaal en internationaal niveau. Lidstaten moeten uiterlijk op 31 mei hun acties bekendmaken en de maatregelen toegankelijk maken voor andere lidstaten en de Commissie, zodat zij deze kunnen beoordelen. Vanaf juni gaat de Commissie periodieke rapporten publiceren over de voortgang.