De Europese Commissie heeft richtlijnen voor de EU-lidstaten opgesteld, voor de implementatie van de Audiovisual Media Services Directive. De richtlijnen zijn bedoeld om nationale regelgevers te helpen bepalen welke online videodiensten onder de richtlijn vallen en hoe ze het nieuwe quotum van 30 procent Europese inhoud op VoD-platforms kunnen beoordelen. EU-landen hebben tot 19 september de tijd om de richtlijn in nationaal recht om te zetten.
De nieuwe richtlijn breidt veel van de bestaande uitzendregels uit naar online platforms. Dit omvat niet alleen VoD- en streamingplatforms, maar ook sociale media die videodiensten aanbieden. Naast het lokale inhoudsquotum introduceert de richtlijn vereisten om kijkers te beschermen tegen aanzetten tot haat en minderjarigen tegen schadelijke inhoud.
30 procent Europese content
De richtlijnen van de Commissie bieden een aanbevolen methodologie voor de berekening van het aandeel van 30 procent Europese content in elke nationale catalogus van mediaplatformas, op basis van de titels van films en seizoenen van tv-series. Ze verduidelijken ook de definitie van 'laag publiek' en 'lage omzet', waarbij kleinere aanbieders kunnen worden vrijgesteld van de verplichtingen ter bevordering van Europese werken.
Daarnaast bieden de richtlijnen een toolkit voor lidstaten om hen te helpen beoordelen welke onlinediensten onder de reikwijdte van de mediaverordening moeten vallen. Dit zou moeten helpen bepalen of audiovisuele inhoud een essentieel onderdeel van het online platform is, en tegelijkertijd flexibiliteit voor de veranderende marktomstandigheden garanderen, aldus de Commissie.
