De EU-lidstaten hebben de kant van de mobiele industrie gekozen en het voorstel verworpen van de Europese Commissie om een WiFi-standaard te kiezen voor connected-car diensten. Een bijeenkomst van vertegenwoordigers van EU-landen, bekend als Coreper, maakte bezwaar tegen het besluit en drong er bij de Commissie op aan zich opnieuw te beraden.
De nieuwe minimale technische vereisten voor coöperatieve intelligente vervoerssystemen (C-ITS) zijn in maart door de Commissie goedgekeurd en in april door het Europees Parlement goedgekeurd. Het gaat hier om een zogenaamde gedelegeerde handeling, die automatisch in werking treedt, tenzij het Parlement of de Raad van de EU bezwaar maakt.
De specificaties leggen de minimale wettelijke vereisten vast voor de interoperabiliteit tussen de verschillende systemen die voor voertuigen en vervoerssystemen worden gebruikt om te communiceren. De Commissie heeft het gebruik van de op WiFi gebaseerde ITS-G5-standaard voor communicatie op korte afstand aanbevolen.
Mobiel tegenover lokaal
Branchegroepen zoals de GSMA en GSA zeggen echter dat de regels de "verouderde" Wi-Fi-technologie 802.11p begunstigen. Ze bepleiten dat de EU "flexibiliteit behoudt" zodat andere technologieën, zoals Cellular-V2X (C-V2X) -connectiviteit de tijd krijgt om volwassen te worden. C-V2X biedt betere beveiliging, bereik en kwaliteit van de dienstverlening dan 802.11p, beweert de mobiele industrie groep.
Het besluit om de normen te heroverwegen wordt verwelkomd door de industriegroepen, die bij de Raad hebben gelobbyd om het besluit te blokkeren. De 5G Automotive Association laat weten blij te zijn met deze beslissing die de noodzaak onderstreept van technologieneutraliteit met betrekking tot connected mobiliteit".
