EU-mediatoezichthouders willen betere online protectie kind

Nieuws Algemeen Europa 14 MRT 2017
EU-mediatoezichthouders willen betere online protectie kind
De online bescherming van kinderen die mediacontent gebruiken is verre van waterdicht. Niet alleen verschilt binnen de EU de manier waarop schadelijke audiovisuele content wordt geclassificeerd sterk, ook de beschermingstechnieken die worden gebruikt op de verschillende platforms lopen uiteen. Dat stelde de groep van Europese mediatoezichthouders ERGA tijdens haar halfjaarlijkse plenaire vergadering op basis van eigen onderzoek. 

Het onderzoeksrapport stelt dat de fragmentatie in classificatie en beschermingsmethoden de kans vergroot dat kinderen geconfronteerd worden met schadelijke beelden, aldus Madeleine de Cock Buning, voorzitter van ERGA en het Commissariaat voor de Media. Door betere afstemming moet die kans worden verkleind. De toekomstbestendige bescherming van kinderen tegen schadelijke beelden is een van de prioriteiten van ERGA.

Veel mediabedrijven gaan verder in de bescherming dan op grond van de nationale wetgeving in hun land vereist is. De effectiviteit is echter beperkt omdat de systemen niet met elkaar samenwerken. Zo werken beschermingstechnieken en classificatiesystemen niet op alle apparaten of platforms op dezelfde wijze. Meer afstemming en het delen van best practices moet versnippering voorkomen en leiden tot adequate bescherming. Cock Buning: “Het systeem is zo sterk als de zwakste schakel. Minderjarigen moeten op een adequate en toekomstbestendige manier worden beschermd tegen schadelijke inhoud. Daarbij moet het niet uitmaken of ze iets op TV, tablet of telefoon bekijken. En waar ze zich in de EU bevinden.” 

Het ERGA-rapport geeft een overzicht van beschermingsmaatregelen die in gebruik zijn bij de verschillende spelers in een groot aantal EU-landen. Uit het onderzoek verder komt naar voren dat marktpartijen een hoog ambitieniveau hebben. Met bijvoorbeeld pincodes gaan mediabedrijven verder in de bescherming dan op grond van de nationale wetgeving in hun land vereist is. Veel partijen zien het als een vanzelfsprekende service aan hun klanten om hen van zoveel mogelijk informatie te voorzien.

 Een onderwerp dat nauw samenhangt met de bescherming van minderjarigen en waarover ERGA zich dit jaar ook buigt is dat van zelf- en co-regulering. Er is volgens ERGA een Europees brede trend voor de inzet van dit soort instrumenten om publieke waarden binnen de media te kunnen waarborgen. Bijvoorbeeld om minderjarigen beter te beschermen tegen schadelijke media inhoud of om transparantie over eventuele commerciële belangen te bevorderen. Ook in het voorstel voor een nieuwe Audiovisuele Mediadiensten (AVMD) Richtlijn dat nu in Brussel wordt behandeld, is een belangrijke rol weggelegd voor zelf- en co-regulering. Een werkgroep van ERGA gaat nu een verkenning uitvoeren van bestaande systemen en op basis daarvan kwaliteitsnormen formuleren.

Gerelateerde artikelen