
Het Europees Hof van Justitie komt waarschijnlijk op 10 november met een uitspraak in de langslepende zaak tussen Google en de Europese Commissie. In 2017 werd Google veroordeeld tot het betalen van een boete van EUR 2,42 miljard voor machtsmisbruik via zijn zoekmachine. De Commissie achtte het destijds bewezen dat Google eigen shopping-diensten in de zoekresultaten voorrang geeft boven die van de concurrentie. Google ging tegen de boete in beroep.
De Commissie startte zijn onderzoek naar Google in 2010. Dit leidde in 2015 tot een formele aanklacht tegen Google voor misbruik van zijn machtspositie op de zoekmarkt. Google heeft de aanklachten altijd ontkend en aangegeven dat het aantal concurrenten toenam.
De boete uit 2017 is gebaseerd op schendingen in dertien landen vanaf het moment dat de shopping-diensten voor het eerst verschenen in 2008 in Duitsland en het Verenigd Konikrijk.
De boete inzake de shopping-resultaten was de eerste van drie zaken die de Europese Commissie tegen Google voerde ten aanzien van misbruik van de dominante positie in de markt. In 2018 volgde een boete van EUR 4,3 miljard voor het misbruiken van zijn machtspositie met het Android-besturingssysteem en in 2019 kreeg Google ook nog een boete van EUR 1,5 miljard opgelegd vanwege het misbruiken van zijn dominante positie op de online advertentiemarkt met Adsense.
Destijds hoogste boete van EU ooit
De eerste boete van EUR 2,42 miljard was in 2017 de hoogste boete in de geschiedenis van de Europese Unie en viel zelfs veel hoger dan werd verwacht. In de weken voor de bekendmaking van de boete werd in de markt rekening gehouden met een boete van EUR 1 miljard. De hoogste boete was tot dan toe opgelegd aan Intel, dat in 2009 EUR 1,06 miljard boete kreeg. De latere boete uit 2018 voor Google van EUR 4,3 miljard was wederom een record. In totaal heeft Google de afgelopen jaren in Europa ruim EUR 8,2 miljard aan boetes opgelegd gekregen voor machtsmisbruik.