
De totale kijktijd voor 'de TV' (andere schermen blijven buiten beschouwing) bedroeg in mei gemiddeld 200 minuten per dag. Dat is 8 procent meer dan de waarde van een jaar eerder, waarin de coronacrisis ongetwijfeld een rol speelt. Overigens ligt deze jaar-op-jaargroei lager dan in april (+17%) en maart (+13%), wat wellicht mede te maken heeft met de versoepeling van de 'lock-down' sinds 11 mei.
De cijfers van de SKO maken het mogelijk een aantal splitsingen te laten zien.
- Het kijken naar traditionele TV was goed voor 152 minuten (+1% op jaarbasis), andere zaken (met name VOD) voor 48 minuten (+41%). De groei van het VOD-kijken handhaaft zich op een hoog niveau, terwijl de groei van traditionele TV terugvalt naar een min of meer normaal niveau. De verhouding van traditionele TV en VOD verschuift verder en staat nu op 76/24. Een jaar geleden was dat 83/17.
- Het traditionele TV-kijken (152 minuten) valt uiteen in live kijken (129 minuten, -2% op jaarbasis) en uitgesteld kijken (23 minuten, +21%). De verhouding van live en uitgesteld kijken verschuift hierdoor verder en staat nu op 85/15, tegenover 87/13 een jaar geleden.
De marktaandelen tijdens de avonduren van de omroepen lieten een groei zien voor Talpa en de 'overige' omroepen (Disney/Fox, ViacomCBS, Discovery, etc.) die ten koste ging van de NPO en RTL.
- NPO: 39,2 procent (april: 39,8)
- RTL: 26,0 procent (april: 27,0)
- Talpa: 20,1 procent (april: 19,8)
- Overige: 14,7 procent (april: 13,4)