Kamerlid voor GroenLinks Kathalijne Buitenweg heeft schriftelijke vragen gesteld aan de Minister van Justitie en Veiligheid, naar aanleiding van het besluit van de Britse regering om Huawei volledig uit te sluiten van het Britse 5G-netwerk. Buitenweg vraagt aan het kabinet om aan te geven welke analyse er gemaakt wordt in reactie op eerdere en nieuwe maatregelen uit de VS, gericht tegen Huawei.
Londen heeft in juli maatregelen genomen die veel verder gaan dan de strategie van afgelopen januari. De Britse overheid vertrouwt de apparatuur van Huawei niet meer, op het moment dat het bedrijf moet uitwijken naar alternatieve (niet-Amerikaanse) technologie en leveranciers.
Britse overheid test Huawei
Ze refereert aan de bijzondere kennispositie die de Engelsen over Huawei op hebben kunnen bouwen vanwege hun nauwe samenwerking met het bedrijf in de Huawei Cyber Security Evaluation Centre (HCSEC), dat in 2010 is opgezet. De vraag is of Nederland deze expertise ook heeft. Huawei heeft ook cybersecurity-labs in België en Duitsland, in samenwerking met de autoriteiten. In Nederland is zo’n testomgeving er niet.
Buitenweg: “Wat is uw reactie op de stelling van de Britse Minister van Digitalisering Oliver Dowden, dat de Amerikaanse sancties Huawei dwingen om uit te wijken naar Aziatische toeleveranciers en op zijn uitspraak geen vertrouwen te hebben in die alternatieven? Heeft u dat vertrouwen wel? Zo ja, op welke basis? Zo nee, wat betekent dat voor het Nederlandse beleid ten aanzien van het gebruik van Huawei-apparatuur in het 5G-netwerk? (…) Heeft u de Taskforce Economische Veiligheid gevraagd om de nationale risicoanalyse 5G te actualiseren?”
Kabinet heeft 5G-strategie nog niet gereed
Justitie en Veiligheid en EZK moeten nog met een Ministeriële regeling komen om nader invulling te geven aan het Besluit veiligheid en integriteit telecommunicatie (Bvit) van 5 december 2019? Op welke basis wordt besloten welke leveranciers gelden als vertrouwde leveranciers?
Verder wil GroenLinks weten of de Nederlandse regering en diensten overleg voeren met andere Europese lidstaten, de Europese Unie en de NAVO en hoe de discussie aldaar verloopt. En of de ontwikkelingen in Hong Kong (een nieuwe en deels extraterritoriale veiligheidswet) reden zijn om de Nederlandse positie ten opzichte van China te heroverwegen.
