
Het Hof van Beroep van Brussel heeft besloten om een rechtszaak tussen Facebook en privacy-toezichthouder GBA door te verwijzen naar het Hof van Justitie van de Europese Unie. Zo wil het Hof zich ervan verzekeren dat de GBA Facebook mag vervolgen voor een privacy-overtreding.
Facebook was eind maart in hoger beroep gegaan tegen een uitspraak van de rechtbank in Brussel, waarin het tegenover de federale toezichthouder voor persoonsgegevens stond - de Gegevensbeschermingsautoriteit (GBA). De zaak gaat terug op een besluit van 2015, toen de Privacycommissie (voorganger van de GBA) oordeelde dat Facebook in strijd met de regels informatie over privé surfgedrag verzamelde.
De zaak betreft cookies en plug-ins die Facebook gebruikte om internetgebruikers te volgen. Zo volgde het bedrijf niet alleen gebruikers met een Facebook-profiel, maar ook internetgebruikers in België zonder FB-account.
Het Gerecht van eerste aanleg was het met de GBA eens en besliste op 16 februari 2018 tegen Facebook. Facebook zei destijds dat het in beroep zou gaan tegen de beslissing. Dit beroep loopt nu bij het Hof van Beroep in Brussel. De GBA blijft bij zijn standpunt dat Facebook, ondanks wijzigingen voor de AVG, nog steeds de 'fundamentele rechten' van miljoenen inwoners in België schendt.
Vragen doorsturen naar EU-Hof
Vóór zich uit te spreken, wil het Hof van Beroep er zeker van zijn dat de Autoriteit de procedure tegen Facebook kan voortzetten - dit vanwege de nieuwe privacyregels die gelden sinds de inwerkingtreding van de AVG in mei 2018. Daarom heeft het Hof van beroep beslist om bepaalde vragen door te sturen naar het Europese Hof van Justitie.
De GBA stelt verheugd te zijn dat het Hof van Beroep de zaak voorlegt aan het Hof van Justitie van de Europese Unie, ongeacht de uitkomst van de procedure voor het Hof van Beroep. Zo kan de toezichthouder naar eigen zeggen vooruitgang kan boeken bij de problemen die voortvloeien uit de praktijken van Facebook en de gevolgen daarvan voor de bescherming van de gegevens van de burgers.