Hoge Raad kijkt naar toestelsubsidies en consumentenkrediet

Nieuws Mobiel Nederland 21 JUN 2013
Hoge Raad kijkt naar toestelsubsidies en consumentenkrediet

De Rechtbank in Den Haag vraagt aan de Hoge Raad om een principieel antwoord te geven over abonnementen met gratis smartphone. Wordt er krediet verleend op de smartphone? Vallen mobiele contracten onder de wet Consumentenkrediet of onder de wetgeving voor koop op afbetaling in het Burgerlijk Wetboek?

De vraag speelt bij een incassotraject. Een 19-jarig gehandicapt meisje heeft op of rond 10 december 2010 acht telefoonabonnementen afgesloten, telkens met een gratis toestel. Volgens haar moeder is er sprake van afpersing en/of chantage.

KPN heeft de niet-betaalde rekeningen van twee Hi-abonnementen overgedragen/doorverkocht aan Lindorff Purchase. Lindorff vordert twee jaar abonnementskosten, al heeft het bedrijf die vordering later gematigd tot een schadevergoeding voor twee BlackBerry’s.

Uit het vonnis van de rechtbank Den Haag blijkt dat Lindorff Purchase ten stelligste ontkent dat de overeenkomst van Hi te kwalificeren zou zijn als koop op afbetaling. Het zou gaan om verlening van toegang tot het mobiele netwerk van KPN en niet op de koop en verkoop van een mobiel toestel. Dat de abonnee bij deze overeenkomst een gratis mobiel ter beschikking gesteld heeft gekregen, doet hier niets aan af.

De advocaat van deze abonnee is daarentegen van mening dat er wel degelijk sprake is van het in rekening brengen van een kredietvergoeding voor het verstrekken van de telefoons bij de aanvang van de abonnementen. Gedaagde kan haar stelling echter niet feitelijk onderbouwen, omdat KPN niet inzichtelijk maakt hoe de abonnementstarieven zijn opgebouwd. Dat is naar de mening van gedaagde de kern van deze zaak.

Deze advocaat, mr. M.M. De Jonge, staat ongeveer 125 jongeren bij in procedures tegen alle grote operators en schat het potentieel aan rechtszaken op zeker 750. Hij heeft de rechtsvraag eerder aan de orde gesteld, maar klaarblijkelijk zonder succes. Dit keer vindt de rechtbank het wel aan de orde om prejudiciële vragen te stellen aan de Hoge Raad.

Het betreft de vraag of telefoonabonnementen, waarbij een ("gratis") telefoon aan de consument ter beschikking wordt gesteld, zijn te kwalificeren als een consumentenkrediet als bedoeld in de Wck. (tot 25 mei 2011) dan wel als bedoeld in titel 2A van boek 7 BW (vanaf 25 mei 2011), ofwel dat dergelijke overeenkomsten zijn te kwalificeren als koop op afbetaling als bedoeld in artikel 7A: 1576 e.v. BW. Daarbij merkt de kantonrechter op dat kennelijk in veel zaken onduidelijk is of en zo ja welk bedrag voor de "gratis" telefoon in rekening wordt gebracht in de maandelijks te betalen termijnen.

Categorieën:

Bedrijven:

Landen:

Gerelateerde artikelen