Kabinet presenteert visie op e-privacy aan Tweede Kamer

Nieuws Breedband Nederland 28 MAY 2013
Kabinet presenteert visie op e-privacy aan Tweede Kamer

De regering wil de komende jaren via een mix van wetgeving, meer toezicht en een intensievere dialoog met het bedrijfsleven de controle van eindgebruikers over digitale persoonsgegevens versterken. Verder ondersteunt het kabinet op hoofdlijnen een EU-voorstel over privacy en afspraken met landen buiten de EU en wordt er een aanpassing van de Telecomwet voorbereid om de cookiebepaling te verruimen.

Dat schrijft minister Kamp van EZ in een brief aan de Tweede Kamer. De brief is ook namens staatssecretaris Teeven van Veiligheid en Justitie en minister Plasterk van Binnenlandse Zaken. Kern van het kabinetsbeleid is volgens Kamp een goede balans tussen e-privacy  van consumenten tegenover bedrijfsleven en overheden en het economisch belang van bedrijven (ontwikkeling van online-diensten, ruimte voor innovatie). Met de brief zegt het kabinet ook uitvoering te geven aan moties van Kamerleden Sharon Gesthuizen (SP) en Kees Verhoeven (D66) en van Jeroen Recourt (PvdA).

Kamp stelt dat er moet worden voorzien in een goede bescherming van persoonsgegevens, zonder dat dit ten koste gaat van het gebruikersgemak en het innovatief vermogen van de interneteconomie. Vertrouwen van consumenten in ICT en online handel kan al in 2014 leiden tot één miljard euro extra omzet in online verkoop van producten en diensten en in extra productiviteitsslagen (bijvoorbeeld meer thuiswerken), zo citeert de minister een onderzoek van Ernst & Young. Momenteel blijkt echter uit een studie van Eurobarometer in opdracht van de Europese Commissie dat het vertrouwen in bescherming van persoonsgegevens en persoonlijke levenssfeer niet hoog is.

Ook is er bezorgdheid en wantrouwen over de vaak onduidelijke redenen voor het moeten verstrekken van persoonlijke gegevens bij het gebruik van (gratis) online diensten (informatieassymetrie). Privacyvoorwaarden zijn vaak complex en voor een juridische leek niet te begrijpen. Kamp hierover: 'Een vinkje bij de privacyvoorwaarden ontslaat een organisatie er niet van de privacy van hun klanten te respecteren en hiertoe helder te communiceren over waarom en hoe organisaties en derde partijen met persoonsgegevens en persoonlijke data van hun klanten omgaan.

Het moet voor het bedrijfsleven onderdeel zijn van het maatschappelijk verantwoord ondernemen om de internetgebruiker van makkelijk toegankelijke informatie te voorzien over het privacybeleid van een bedrijf. Daarin moet duidelijk worden aangegeven door wie, met welk doel, en wat er met de persoonlijke gegevens van de internetgebruiker gebeurt.' Kamp noemt enkele noodzakelijke randvoorwaarden om eindgebruikers meer controle te geven over wat er met hun gegevens gebeurt:

  • Controle over gebruik van persoonsgegevens. Eindgebruikers moeten nadrukkelijk toestemming geven voor gebruik persoonsgegevens, het recht krijgen om vergeten te worden en de mogelijkheid hebben hun data te verplaatsen en mee te nemen naar bijvoorbeeld een andere aanbieder of platform (dataportabiliteit).
  • Transparantie: de eindgebruiker moet volledig en duidelijk over de verwerking geïnformeerd worden, zodat hij ook een duidelijke keuze heeft en weet wat er met zijn gegevens gebeurt.
  • Verantwoordelijkheid bedrijven: bedrijven zijn al bij de inrichting van hun diensten verantwoordelijk voor correcte verwerking van persoonsgegevens en moeten te allen tijde zorg dragen voor een goede beveiliging van persoonsgegevens.

Een aantal van de randvoorwaarden is al ingevuld in de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp). Uitgangspunt is dat verwerking van (gevoelige) persoonsgegevens veilig, transparant en uitsluitend op basis van een in de wet bepaalde grond voor verwerking plaatsvindt. Kamp benadrukt dat zowel consumenten als online aanbieders kritisch moeten kijken naar wat er aan gegevens nodig is voor het kunnen aanbieden van diensten (dataminimalisering).

Het kabinet steunt op hoofdlijnen de totstandkoming van een Europese Verordening over privacy en afspraken met landen buiten de EU. Op 25 januari 2012 heeft de Europese Commissie een voorstel gepresenteerd voor een Verordening die de huidige Privacyrichtlijn uit 1995 moet vervangen, met als doel verbetering van de bescherming van privacy van eindgebruikers. Het gaat om onderwerpen als transparantie, toestemming voor gebruik van persoonsgegevens, betere bescherming van minderjarigen op het internet, het recht om vergeten te worden en dataportabiliteit. Het voorstel mikt verder op gelijke wetgeving op dit gebied in alle 27 EU-lidstaten: hetzelfde minimale niveau van bescherming van privacy.

In de brief stelt Kamp dat de overheid in de gaten houdt wat de gevolgen zijn van zaken zoals 'profiling, waarbij zaken zoals surfgedrag en voorkeuren van (potentiële) klanten door bedrijven in kaart wordt gebracht. Zo kunnen er onder andere meer gepersonaliseerde aanbiedingen worden gedaan. Door eindgebruikers bij hun online activiteiten via bijvoorbeeld zoekmachines in bepaalde profielen te plaatsen, kan hun online keuzevrijheid beperkt worden. Ook het voor andere doeleinden op grote schaal fergaren en verwerken van informatie (big data) door bedrijven moet nauwlettend in de gaten worden gehouden, zodat het niet de grenzen overschrijdt van randvoorwaarden zoals de Wet bescherming persoonsgegevens en artikel 11.7a van de Telecommunicatiewet (de cookiebepaling).

Cloud computing is ook een ontwikkeling met zowel kansen als bedreigingen voor online privacy. Uitgangspunt voor Nederland, verwoord in de Digitale Implementatie Agenda, is dat de eindgebruiker een gerechtvaardigd vertrouwen moet ervaren bij het internetgebruik. In de EU cloud strategie, op 27 september 2012 gepubliceerd, wordt ingezet op de economische kansen van cloud computing en de nodige activiteiten om door dataprotectie en standaardisering in internationaal verband privacy-aspecten beter te borgen. Daarnaast heeft het Cbpin 2012 een zienswijze over cloud computing uitgebracht.

Bij social media willen het kabinet en de Europese Commissie vooral aandacht geven aan de rol van minderjarige gebruikers, die minder in staat zouden zijn de (privacy)gevolgen te overzien van het verstrekken van persoonsgegevens. Onder meer PvdA-Tweede Kamerlid Recourt heeft hier een motie over ingediend. Kamp stelt de bezorgdheid van de Tweede Kamer te delen over de veiligheid van minderjarigen op internet. 'Gelet op de veelal internationaal opererende aanbieders van sociale media is dit een onderwerp dat qua wetgeving en aanpalend beleid meer en meer  in een Europese context moet worden bezien, waar een belangrijke verantwoordelijkheid voor het bedrijfsleven ligt.

Categorieën:

Bedrijven:

Landen:

Gerelateerde artikelen