Opta heeft aan KPN een boete uitgedeeld voor overtredingen rond OT2006, de aanbesteding van de Rijksoverheid voor haar telecomdiensten. KPN heeft de Cluster Vaste Telefonie van OT2006 binnengehaald met een contract zonder jaarlijkse prijsindexering.
Die indexering stond niet eenduidig genoemd in de Raamovereenkomst. Toen KPN op een later moment alsnog de prijzen verhoogde, heeft de overheid met succes een kort geding aangespannen. Bij het vonnis van 3 november 2009 is de Staat volledig in het gelijk gesteld, zodat de door KPN doorgevoerde tariefwijzigingen zijn teruggedraaid.
De Staat en de rechter hebben dus een uitleg gegeven aan de Raamovereenkomst die anders is dan wat KPN beoogde.
Dat was voor Opta het signaal om het onderzoek uit te breiden. Opta concludeerde vervolgens dat de Raamovereenkomst geen ruimte geeft voor prijsverhogingen, terwijl het gaat om diensten waarop regulering van toepassing was. Dit voordeel van vaste prijzen is niet aangeboden aan andere grootzakelijke afnemers.
Opta heeft dat op 16 december 2011 beoordeeld als een overtreding van de non-discriminatieverplichting en de transparantieverplichtingen. Volgens de boetebeleidsregels van 2005 kon voor de ND 450.000 euro worden opgelegd en voor de transparantieverplichting 300.000 euro. Beide zijn met 30% verhoogd wegens recidive en vervolgens met 10% gematigd wegens de lange looptijd van het onderzoek.
Samen met een overtreding van de meldingsplicht (aan Opta) kwamen de boetes op in totaal 1,44 miljoen euro. Dat boetebesluit is gehandhaafd in de beslissing op bezwaar van 9 juli 2012.
KPN is daarop in beroep gegaan en heeft zich ook verweerd tegen publicatie van de besluiten. De Rechtbank Rotterdam heeft die boete in maart dit jaar gematigd tot 900.000 euro, door de overtreding van de meldingsplicht te schrappen.
De besluiten zijn nu openbaar geworden, nadat KPN besloot niet in hoger beroep te gaan.
