KPN wint beroep over tarieven voor colocatie Tele2

Nieuws Breedband Nederland 17 SEP 2015
KPN wint beroep over tarieven voor colocatie Tele2

Tele2 dient aan KPN bijna 12 miljoen euro te betalen voor sinds 2007 geleverde netwerk-diensten. Dat heeft de rechtbank in Rotterdam op 9 september gevonnist. Volgens de rechter stond KPN in zijn recht inzake het tarief dat het partijen zoals Tele2 heeft berekend voor wholesale toegang tot zijn contrales. De rechtbank heeft een claim van KPN toegewezen, voor een bedrag van 11.524.846,91 euro.

Meer specifiek ging het bij de Rotterdamse rechter om het berekende tarief voor elektriciteit bij colocatie (zoals gedeelde datacentra of apparatuur) voor SEV-diensten. Tele2 heeft bij het inrichten van de colocatie een eenmalig bedrag betaald aan KPN, maar procedeerde tegen de hoogte van het maandelijkse voorschot. Tele2 betoogde dat KPN geen maandelijks terugkerende kosten kon rekenen. In een van de raamovereenkomsten staat n.a. (non applicable). De rechter heeft dit argument afgewezen: een bedrijf mag er in redelijkheid van uitgaan dat er kosten worden doorberekend voor de levering van elektriciteit.

WPC-IIa nog onder de rechter

Deze zaak over SEV-diensten is al in 2000 en 2004 aangeslingerd met Versapoint en BBned twee rechtsvoorgangers van Tele2. Dat heeft er mede voor gezorgd dat de regulering in latere besluiten steeds gedetailleerder is geworden. KPN en Tele2 voeren over en weer nog procedures over de Wholesale Price Cap (WPC-IIa) regulering. Die besluiten leggen tariefplafonds op voor gereguleerde diensten en ook voor onderdelen van de totale dienst. ACM stelde vorig jaar dat deze tarieven met terugwerkende kracht moesten worden bijgesteld tot 2009. Hierop diende KPN een claim van 8,7 miljoen euro in bij Tele2, die deze claim op zijn beurt weer aanvocht. Deze zaken lopen nog. Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) stelde december 2014 in de zaak tussen Tele2/BBned en KPN inzake het WPC-IIa herstelbesluit Tele2 al in het ongelijk. ACM had in de zomer van 2014 nieuwe wholesaletarieven vastgesteld voor het DSL-netwerk van KPN en concurrenten.

Onder meer Tele2 ging hiertegen in beroep, omdat KPN de rekening zou baseren op een hogere vergoeding dan nodig is voor de werkelijke gemaakte kosten. Bij de berekening van deze kosten ging KPN uit van een gemiddelde periode tussen het leveren van de diensten en het betalen voor dienst. Volgens Tele2 was de periode in werkelijkheid korter.

Het CBb oordeelde dat KPN niet verplicht was om op een bepaalde manier te factureren en dat KPN de diensten heeft geleverd die waren afgesproken met Tele2.

Gerelateerde artikelen