
57 procent van de senioren in Nederland verwacht dat technologie kan bijdragen aan het verminderen van de eenzaamheid onder ouderen. 55 procent van de ouderen geeft echter aan onvoldoende van mobiele technologie af te weten.
Momenteel heeft 10 procent van de senioren contact met kleinkinderen via een mobiel toestel, terwijl 3 procent van de jongeren zegt op deze wijze contact te hebben met hun opa of oma. Dat zijn enkele bevindingen uit een onderzoek van GfK in opdracht van Vodafone, onder 1.000 respondenten in de leeftijd 18 tot 70.
30 procent van de ouderen heeft het idee dat zij te weinig weten van wat er in de familie gebeurt omdat zij niet 'connected' zijn. Volgens de studie geeft 80 procent van de jongeren verder aan dat zij bereid zijn hun grootouders te helpen met het verwerven van meer kennis over het gebruik van een mobiel toestel. 85 procent van deze jongeren geeft aan ook over voldoende kennis te beschikken om ouderen te helpen bij een beter gebruik van hun mobiele toestel.
Uit een recente kwalitatieve steekproef van seniorenorganisatie Unie KBO in samenwerking met GSMinfo bleek dat senioren dezelfde functionaliteiten en apps willen gebruiken als andere smartphone-bezitters, zoals chat-apps en spellen als Wordfeud. Senioren geven de voorkeur aan een reguliere smartphone boven speciale senioren-mobieltjes. Volgens de testpersonen (65-78 jaar) zorgt vooral het speciale label ‘seniorentelefoon’ voor grote weerstand.
Waar de smartphone-penetratie bij Nederlanders tussen de 12 en 80 jaar rond de 80 procent ligt, komt deze bij 75-plussers niet verder dan 13 procent. Slechts 55 procent van de senioren heeft een mobiele telefoon en een kwart van de ouderen met een mobiele telefoon een smartphone. Dat bleek deze zomer uit het rapport ‘Senioren en digitalisering’ van Telecompaper. In Nederland wonen ruim 1,2 miljoen mensen van boven de 75 jaar. Van hen heeft 46 procent geen internetaansluiting, wat neerkomt op ruim 500.000 senioren.