
De Tweede Kamer wordt medio november ingelicht over de reactie van het kabinet op de uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 8 april 2014, inzake het schrappen van de EU-richtlijn voor dataretentie.
Dat schrijft minister Ivo Opstelten van Veiligheid en Justitie in reactie op een vraag van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie. Dan zal ook het advies van de Raad van State over de mogelijke gevolgen van dit arrest van het Europese Hof voor de nationale wetgeving over de bewaring van telecommunicatiegegevens ten behoeve van de opsporing en vervolging van strafbare feiten beschikbaar worden gesteld, aldus Opstelten.
Op 8 april zette het Europees Hof met terugwerkende kracht een streep door de Europese richtlijn voor dataretentie, wat betekent dat ISP's niet langer metagegevens van telefoon- en internetverkeer hoeven te bewaren. Deze EU-richtlijn werd in 2006 van kracht en werd in 2009 in de Nederlandse wet verankerd. De bewaarplicht maakt een te grote inbreuk op de privacy en daarmee op de fundamentele rechten van Europese burgers, zo oordeelt het Hof.