
De Raad voor Cultuur wil dat internationale streaming-videoplatforms zoals Netflix en Amazon minimaal 15 procent van hun voor Nederlandse abonnees bestemde content uit Nederlandstalige producties laten bestaan. Verder moeten deze aanbieders, net zoals technologiebedrijven zoals Google, Facebook en Apple, voortaan mee-investeren in Nederlandse culturele audiovisuele producties. Platforms zoals NLziet moeten gebruikt worden om Nederlands AV-aanbod beter voor het voetlicht te brengen.
De adviesraad hoopt dat Nederlandse audiovisuele sector zo beter mee kan komen in de ‘ongekende dynamiek’ die de komst van (media)bedrijven zoals Netflix, Google, Facebook, Apple en Amazon heeft veroorzaakt. De Raad voor Cultuur heeft zijn advies voor het invoeren van een systeem met heffingen en quota, een overkoepelend AV Fonds en één herkenbaar ondemand-platform verwoordt in het rapport ‘Zicht op zo veel meer’. Dit rapport wordt vandaag aangeboden aan de ministers Ingrid van Engelshoven en Arie Slob van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
Hun voorgangers hadden de raad verzocht om in kaart te brengen hoe pluriforme en kwalitatief hoogstaande Nederlandse culturele audiovisuele producties binnen het veranderende medialandschap kunnen worden gestimuleerd. Een tweede verzoek was om aan te geven wat er nodig is om te zorgen dat deze producties toegankelijk blijven voor een (inter)nationaal publiek. Het advies is niet bindend, maar er wordt over het algemeen wel nadrukkelijk naar gekeken door de regering.
De raad stelt dat de Nederlandse audiovisuele sector het creatieve klimaat in ons land inhoud geeft en een veelzijdig aanbod levert van kwalitatief hoogwaardige speelfilms, dramaproducties en documentaires. De sector is economisch belangrijk en draagt bij aan de verspreiding van publieke waarden in Nederland, speelt een cruciale rol in de onafhankelijke nieuwsvoorziening en zorgt ervoor dat mensen in contact komen met uiteenlopende kunst- en cultuuruitingen.
Nederlandse AV-sector onder druk
De sector is echter onder grote druk komen te staan omdat buitenlandse, met name Amerikaanse, aanbieders steeds meer kijkers en kijktijd aan zich binden met voornamelijk internationale producties. Daardoor stroomt Nederlands (advertentie)geld steeds meer naar deze aanbieders en minder naar nationale media en makers. Er is sprake van een ‘winner takes all’-markt, waardoor de Nederlandse film- en tv-industrie het steeds lastiger krijgt om voldoende kwaliteit te leveren en zijn marktaandeel te behouden.
Zo komt ook de verspreiding van Nederlandse culturele en publieke waarden onder druk. De raad constateert dat beleid en wetgeving nog achterlopen op deze ontwikkelingen. Het adviesorgaan doet, na een uitgebreide consultatie van de audiovisuele sector, bovengenoemde aanbevelingen om het bestel toekomstbestendig te maken.
Cruciale rol NPO, NLziet
De Nederlandse Publieke Omroep (NPO) heeft volgens de raad een cruciale rol in het vindbaar en herkenbaar houden van Nederlands audiovisueel aanbod in de steeds overweldigender hoeveelheid bewegend beeld. De NPO moet platformonafhankelijk beleid ontwikkelen en meer samenwerken met al dan niet commerciële, (internationale) online distributieplatforms.
De toegankelijkheid van Nederlandse audiovisuele content wordt volgens de raad vergroot als commerciële en publieke omroepen gezamenlijk verder werken aan de ontwikkeling van één hoogwaardig ondemandkanaal, zoals NLziet. Ook stelt de raad voor om met video on demand-aanbieders, bioscopen en filmtheaters quota af te spreken voor de vertoning van Nederlandse audiovisuele producties.
AV-heffingen
De raad bepleit een ‘circulair’ financieringssysteem voor de sector. De opbrengsten van in Nederland vertoonde audiovisuele content, zoals films en series, komen vooral terecht bij eindexploitanten. In navolging van andere landen adviseert de raad daarom heffingen in te voeren op de exploitatie van mediaproducties die in ons land te zien zijn; via verkoop, verhuur en abonnementen, kabelaansluitingen, bioscopen en advertentieomzetten van platforms met av-content. De financiering van het audiovisuele fonds kan gedeeltelijk uit deze heffingen komen. De raad denkt aan een heffing van 2 tot 5 procent van de omzet.