Bij juridische procedures over de kosten van een ‘gratis’ mobiele telefoon is de nieuwprijs van de mobiele telefoon bepalend voor de waarde. Dat volgt uit recente uitspraken van de rechtbank Den Haag over incassozaken. Bij een ‘inclusief’ contract van abonnement + toestel moet in de rechtbank een verdeling worden gemaakt tussen enerzijds de minuten/MB’s en anderzijds de smartphone. De rechtbank wil in dat geval niet het abonnement als uitgangspunt nemen, maar het toestel.
In een belangrijke uitspraak heeft de Hoge Raad in 2014 bepaald dat een mobiele telefoon bij een abonnement moet worden beschouwd als een koop op afbetaling. Dat betekent dat toestelfinanciering moet voldoen aan de regels van financiële dienstverleners. Het vonnis van de Hoge Raad heeft ook invloed op de incassopraktijk en op lopende rechtszaken. In meerdere individuele zaken procedures beroepen consumenten zich op het feit dat ze bij het afsluiten van het contract niet of verkeerd zijn geïnformeerd. Daaruit volgt dat het abonnement kan worden ontbonden, is al eerder vastgesteld.
De vraag daarbij is wat er moet gebeuren met de geleverde mobiele telefoon. Eerder vonniste de rechtbank al dat consumenten het recht hebben om die weer in te leveren. Nu oordeelt de rechter in een andere zaak dat de toenmalige nieuwprijs bepalend moet zijn en niet de kredietcomponent in het abonnement. De operator wilde het prijsverschil bepalen tussen een abonnement inclusief toestel en een Sim-Only. De rechtbank overweegt echter dat in dat geval de operator een verdeling kan vaststellen die geen reëel beeld geeft van de werkelijke waarde. In plaats daarvan neemt de rechtbank de geldende verkoopwaarde van het toestel als basis.
Die waarde wordt gebruikt om te bepalen welk deel van het totale maandbedrag hoort bij het toestel en welk deel hoort bij het abonnement. In dit geval heeft de eiser, het incassobureau namens T-Mobile, al de oorspronkelijke vordering met 50 procent verlaagd. Van de rest van de vordering bleef dit keer niets over. Deze abonnee heeft in november 2012 verlengd. T-Mobile heeft dit contract al in december eenzijdig opgezegd, wegens een grote betalingsachterstand op de periode voordat de verlenging in ging.
In dit geval lijkt het erop dat de eiser (het incassobureau) al zijn verlies heeft genomen door de vordering met 50 procent te verminderen. De rechtbank vindt het niet redelijk om de resterende 24 maanden van het abonnement te vorderen, nu dat al binnen een maand was stopgezet.
Uit het gepubliceerde vonnis blijkt niet of de adviesprijs van een smartphone besproken is. Er hoeft weinig twijfel te bestaan over het feit dat mobiele operators (aanzienlijke) kortingen bedingen op de inkoop van toestellen. Dat zou kunnen leiden tot de conclusie dat de geadverteerde losse prijs geen goede manier is om de waarde te bepalen. Mogelijk komt dit alsnog aan de orde in andere procedures. Over de toestelsubsidie en de incassopraktijk is het laatste woord nog niet gezegd.