
De publieke omroep in Nederland staat onder druk. Interne verdeeldheid, politieke onzekerheid en forse bezuinigingen zorgen voor onrust in Hilversum. Terwijl omroepen worstelen met reorganisatie en digitalisering, blijft het onduidelijk welke kant het medialandschap op beweegt. Volgens Jeroen te Nuijl, hoofdredacteur van Broadcast Magazine, ontbreekt het aan regie en samenwerking, en is de noodzaak voor duidelijke keuzes groter dan ooit.
Onrust binnen het bestel door onzekerheid over de toekomst
Hilversum verkeert volgens Te Nuijl in een staat van lichte paniek. De NPO kent pas sinds kort een nieuwe voorzitter – Jet de Ranitz treedt aan in januari 2026 – maar tot dan ontbreekt het aan sturing. In de tussentijd proberen omroepen zich opnieuw te organiseren in zogenaamde omroephuizen. Tot op heden zijn er twee van deze samenwerkingsverbanden ontstaan, waaronder een opvallende combinatie tussen EO, VPRO en HUMAN. Toch is er onderling wantrouwen over de samenwerking, en lijkt een breed gedragen structuur nog ver weg.
Daarbij komt een ingrijpende bezuinigingsronde: in 2027 moet 160 miljoen EUR worden bespaard. De verdeling van deze lasten leidt tot spanningen tussen NPO en de afzonderlijke omroepen, die elkaar verwijten onvoldoende in te leveren of te hervormen. “Iedereen kijkt naar elkaar en niemand weet waar het heen gaat,” aldus Te Nuijl tijdens de TP:Talks-podcast van Telecompaper
Verlies van jong publiek versnelt digitaliseringsvraagstuk
Een belangrijk aandachtspunt is het teruglopende bereik onder jongeren. Deze groep kijkt steeds minder naar lineaire televisie, en zegt steeds vaker hun tv-abonnement op. Platforms zoals NPO Start bereiken weliswaar nieuwe doelgroepen, maar blijven qua penetratie achter. Slechts een beperkt deel van de Nederlanders maakt gebruik van de betaalde versie of van NLZiet.
Om jongeren te blijven bereiken, moeten omroepen volgens Te Nuijl vaker samenwerken met sociale platforms zoals YouTube of TikTok. Dat leidt tot interne discussies over de rol van Amerikaanse techbedrijven. Toch benadrukt hij: “Je kunt er niet omheen. YouTube gaat niet meer weg. Daar moet je dus op meeliften.” Tegelijkertijd blijft de publieke omroep terughoudend vanwege zorgen over onafhankelijkheid en controle.
Inzet van AI en gebrek aan innovatie zorgen voor spanning in de sector
Niet alleen de distributie, maar ook de productie van content verandert snel. Kunstmatige intelligentie wordt volgens Te Nuijl steeds vaker ingezet in het creatieve proces en de technische uitvoering. “Sommige producties hebben al nauwelijks cameramensen meer nodig,” zegt hij. Dat leidt tot zorgen over werkgelegenheid en de toekomst van vakmensen in de sector. Tegelijkertijd is er ook weinig ruimte voor nieuwe formats, omdat de risico’s financieel te groot zijn. Omroepen grijpen daarom vaker terug op bewezen successen uit het verleden.
Politieke druk op het bestel neemt toe
De politiek biedt weinig houvast. De meningen over de toekomst van de publieke omroep lopen sterk uiteen. Waar partijen zoals SP en GroenLinks-PvdA de omroep willen beschermen, wil de PVV het bestel volledig opheffen. Dit belemmert langetermijnbeleid en zorgt voor extra onzekerheid. Te Nuijl pleit daarom voor daadkracht binnen het bestel zelf: “Stap over je eigen schaduw heen en regel het samen, anders neemt Den Haag het over.”
Voorzichtig optimisme over bestaansrecht van lineaire televisie
Ondanks de uitdagingen ziet Te Nuijl ook positieve punten. Nederland produceert dagelijks een gevarieerd aanbod aan programma’s dat door miljoenen wordt bekeken. Hij verwacht niet dat lineaire televisie volledig zal verdwijnen. “Net als radio en bioscoop verdwijnt het niet, er blijft vraag naar nieuws en live sport.” Daarbij wijst hij op het succes van partijen als Omroep MAX, dat nog steeds groeiende is.
Om het bestel toekomstbestendig te maken, is samenwerking essentieel. Zowel tussen omroepen onderling als tussen publiek en commercieel. Alleen dan blijft de publieke omroep een relevant en betrouwbaar onderdeel van het Nederlandse medialandschap, aldus Te Nuijl.

