
Het aandeel van smartphones in de verkoop van mobiele telefoons zal in Nederland in 2011 op 54 procent uit komen. In Europa lag het aandeel van smartphones in de totale verkoop van mobiele telefoons in het tweede kwartaal van 2011 al boven de 50 procent (de cijfers zijn van respectievelijk GfK voor Nederland en IDC voor Europa).
Om er nog wat andere cijfers tegenaan te gooien: mondiaal stijgt de smartphoneverkoop dit jaar volgens Digitimes met 60 procent naar 462 miljoen stuks (Nederland: 3,2 miljoen voorspeld door GfK). En om IDC nog een keer te citeren: in 2015 zullen Amerikanen vaker gebruik maken van mobiel dan van vast internet. Oorzaak is de groeiende afzet van zowel smartphones als tablets. IDC gaat uit van een groei op jaarbasis van het mobiel-internetgebruik van 16,6 procent.
Dezelfde trend als in de VS is ook in Japan en West-Europa zichtbaar. Zo voorspelt PriceWaterhouseCoopers een snelle toename van het gebruik mobiele devices voor (uitgesteld) tv kijken. Waren er in 2009 nog zo'n 20.000 mensen die programma's terugkeken op hun smartphone, in 2010 was dit al 2,5 keer zo veel. Daarmee werd via mobiele devices zo'n 10 procent van alle teruggekeken programma's bekeken (17 miljoen views).
Een reden voor de groei in afzet van smartphones zal de toenemende aandacht van producenten voor de onderkant van de markt zijn. Er worden inmiddels al smartphones voor 100 euro en lager verkocht. LG introduceerde recent voor de Italiaanse markt de Optimus Hub voor de onderkant van de markt. Apple zou bezig zijn met een goedkope variant van de iPhone en de Chinese producenten Huawei en ZTE mikken sowieso al vooral op het midden- en lagere segment van de markt. Huawei zal dit jaar volgens Digitimes de afzet met 400 procent zien groeien en ook ZTE zal een sterke groei doormaken.
Na te kijken naar de snelle groei en redenen hiervoor, kunnen we ook een vrij eenvoudige conclusie trekken over de gevolgen. Met zo'n sterke groei in de afzet en het gebruik van smartphones (en tablets) zal ook in Nederland de druk op de netwerken van KPN, Vodafone en T-Mobile opnieuw (of nog steeds) gaan toenemen. Die druk was de afgelopen jaren al sterk gegroeid dankzij de flatfee-abonnementen voor mobiel internet. Weliswaar hebben de grote drie operators nu een streep gezet door het onbeperkt gebruik van mobiel internet voor smartphones en tablets, maar met de exponentiële groei in afzet van mobiele devices zullen het puur de aantallen zijn die de druk op de mobiele netwerken verhogen.
Twee problemen hebben mobiele operators nu in ieder geval in theorie al aangepakt: gebrek aan capaciteit en gebrek aan geld voor investeringen in netwerken. Niet alleen wordt flatfee mobiel internet voor nieuwe abonnementen onmogelijk, abonnementen voor mobiel internet - zeker die met de meeste GB's - worden duurder. Buiten-de-bundel gebruik van mobiel internet zal bovendien steeds regelmatiger voorkomen, al kan offloaden via een groeiend aantal WiFi-hotspots dit beperken.
Investeringen in het upgraden van de netwerken (UMTS en HSPA) zullen hard nodig zijn om het groeiend gebruik van mobiel internet door steeds meer mobiele devices bij te benen. Daarnaast zullen de licenties voor spectrum in de 2,6 GHz-frequentieband snel vertaald moeten worden naar echte netwerken. Begin 2012 volgt een nieuwe veiling voor draadloos spectrum. Wellicht wachten de bestaande operators op hoe de verdeling van spectrum dan zal uitpakken en wie de nieuwkomers zullen zijn (Tele2 en Ziggo/UPC zijn als nieuwkomers al bekend: zij verwierven blokken spectrum tijdens de 2,6 GHz-veiling).
Te lang wachten is voor geen enkele partij raadzaam. Niet voor KPN/Vodafone/T-Mobile, niet voor Tele2 en Ziggo/UPC. Het bestaande trio operators kan nu al een voorsprong nemen op concurrentie door een LTE-netwerk uit te rollen of in ieder geval voor te bereiden. Datzelfde geldt voor de drie bekende 'nieuwkomers'. Hoe dit gaat plaatsvinden - samenwerken voor aanleg van masten/antennes (of het gebruik van meer compacte zendapparatuur zoals sommige netwerklewveranciers al bieden), uitbesteden van de infrastructuur aan een derde partij - blijft nog even koffiedik kijken.