
In twee eerdere commentaren stonden we stil bij Viber, de iPhone app die gratis bellen over 3G en WiFi mogelijk maakt – a la Skype. In ons eerste commentaar belichtten we het gebruiksgemak en in het tweede de gebruiksvoorwaarden en de verschillen met Skype. Overigens postte een van de mensen achter Viber, Talmon Marco, een commentaar bij de Engelstalige versie van het tweede commentaar. Hij belooft hierin duidelijkheid: geen misbruik van persoonsgegevens.
De vraag die we ons nu stellen is: wat betekent Skype, Viber of een andere mobiele VoIP-dienst voor operators? Zij hebben nog altijd een ijzeren greep op hun netwerk en is sommige gevallen verbieden zij het gebruik van VoIP-applicaties. Daarin zal niet zo snel verandering komen. Maar wat wel gaat veranderen, zij het op de langere termijn, is het verdienmodel.
Op korte termijn zullen zij een wait & see houding aannemen. Viber vergemakkelijkt mobiele VoIP, maar de vraag is of het echt grote vormen aanneemt. De beltarieven dalen; volgens onze eigen data was de gemiddelde prijs van een belminuut bij KPN mobiel in Nederland 14,2 cent in Q3 van 2010, tegenover 15,3 cent een jaar eerder. Daardoor daalt de relatieve aantrekkelijkheid van mobiele VoIP gestaag. En zonder verdienmodel is het de vraag hoe lang ze het überhaupt volhouden. Maar ook Skype is er niet in geslaagd echt groot te worden in de mobiele wereld.
Van oudsher bestaan de inkomsten hoofdzakelijk uit twee stromen: toegang (access, connectivity, lijnhuur, vastrecht) en gebruik (usage, belminuten, MB’s, minutenbundels, SMS-bundels), en in de datawereld komen deze samen in de verkoop van databundels. Operators spelen vooral als het gaat om connectivity een cruciale rol. Toch kunnen zij hier iets verliezen: cijfers hebben we niet, maar er moet een groeiend aantal iPod touch gebruikers zijn die geen abonnement heeft en uitsluitend van WiFi gebruik maakt voor toegang. Het lijkt dan ook raadzaam voor operators om het WiFi-netwerk verder uit te breiden en aan abonnees gratis toegang te geven.
Aan de kant van het gebruik verandert momenteel het meeste. De communicatiemarkt versnippert in hoge mate. Het is allang niet meer alleen bellen (vast of mobiel) en SMS-sen. Chat/IM, email, pingen, MMS, WhatsApp, Nimbuzz, fring, Facebook, Twitter – er is een ruime keuze. Vervelend voor de operator is dat de meeste zaken (uitgezonderd MMS) ‘over-the-top’ gaan; er is geen speciaal abonnement voor nodig, alleen breedbandtoegang. Kortom, het marktaandeel op de ruim gedefinieerde communicatiemarkt daalt. Maar daar staat tegenover dat voor het gebruik van apps een databundel nodig is. Operators kondigen al voorzichtig aan over te gaan op ‘tiered pricing’ (de gebruiker betaalt), zodat er nog heel wat voor hen te winnen is. En daarbij neemt het aantal ‘connected devices’ drastisch toe.
Gratis mobiele VoIP is echter hoe dan ook voor een gevaar voor het verdienmodel rond bellen. In een IP-wereld van datapakketjes verliest de belminuut zijn bestaansrecht. LTE zal hieraan, als ‘all-IP’ standaard, verder bijdragen. En daar komt bij dat de afwikkeltarieven (MTR) al in 2012 ver omlaag gaan: naar 1,2 cent per minuut. Kortom, er ontstaat voor nieuwkomers de technische mogelijkheid en de financiële ruimte om bellen nog veel goedkoper te maken.
De bestaande operators zullen een strijd voeren om de belminuut te behouden. Grote bundels worden nu al aangeboden, vooral in combinatie met een zware subsidie op dure smartphones. Toch kan op termijn de belminuut verdwijnen. Spraakverkeer is dan niet meer dan een van de vele applicaties op een smartphone - of een tablet of een notebook of een televisie ….