
TDC neemt de glasvezelactiviteiten over van Dong Energy. Dit roept om een vergelijking met de samenwerking tussen KPN en Reggefiber. De grote vraag is: wat gaat de toezichthouder in Denemarken doen?
Dong verkoopt zijn fibre assets, uitgezonderd de onderdelen die het zelf gebruikt. Er wordt 425 miljoen Deense kroon (57 miljoen euro) voor betaald, waarvan 100 miljoen kroon in de vorm van een earn-out (dus afhankelijk van de prestaties van het netwerk). De overname moet nog eind dit jaar afgerond worden. Er gaan 146 medewerkers over naar TDC. De partijen zijn overeengekomen dat het een open access netwerk moet worden. TDC kwam in 2006 via een leveraged buy-out voor 88 procent in handen van Nordic Telephone Company, een holding van Providence, Apax, Blackstone, KKR en Permira. Volgens geruchten eerder deze maand zouden zij hun belang gedeeltelijk naar de beurs willen brengen.
De overname doet sterk denken aan de samenwerking van KPN en Reggeborgh. KPN kocht in mei 2008 een 41 procentsbelang in Reggefiber, met een serie call opties voor uitbreiding tot maximaal 100 procent. Ook Reggefiber heeft een open access netwerk. Hier gaat het echter om een veel kleinere transactie; Dong Energy past er zijn EBITDA-prognose niet voor aan. Het schrijft wel fors af op zijn fibre assets (677 miljoen kroon), wat suggereert dat Dong met de aanleg noch met het uitbaten van het netwerk erg op dreef was. Van de incumbent TDC mag verwacht worden dat het orde op zaken stelt.
Voor de concurrentie is zo’n overname op het eerste gezicht niet goed, want er verdwijnt een partij. Echter, belangrijker is dat de aanleg van meerdere elkaar overlappende FTTH-netwerken voorkomen wordt. Voor TDC is de overname dan ook net zo vanzelfsprekend als de Reggefiber-deal voor KPN. De Deense toezichthouder (Telestyrelsen) heeft, met het Nederlandse voorbeeld, ook meteen een blauwdruk in handen voor regulering van het FTTH-netwerk. Open access, op basis van de toekenning van aanmerkelijke marktmacht, is daarom ook in Denemarken de verwachte route.
In zijn persbericht stelt TDC dat het een vorm van open access kiest waarbij service providers toegang krijgen. Dat suggereert toegang tot de dienstenlaag, ofwel op IP-niveau. In Nederland kennen we deze vorm van toegang als WBA (wholesale broadband access), een niet gereguleerde dienst. Unbundling (ODF toegang, op ethernet niveau) lijkt met deze formulering door TDC niet aan de orde te zijn. Daarmee heeft de Deense toezichthouder de keuze: niet reguleren, unbundling (dus ODF) opleggen als verplichte dienst of WBA reguleren. De keuze van de toezichthouder mag met spanning afgewacht worden vanwege de Europese uitstraling ervan.
De centrale vraag is: is fibre unbundling (FU), dus ODF access, een economisch haalbare zaak? De Nederlandse case geeft op dit vlak nog altijd geen uitsluitsel. De regulering is nog steeds onderwerp van beroepszaken en het aantal externe partijen (naast KPN en Reggefiber) is beperkt. Op ODF-niveau zijn BBned en Solcon alleen regionaal actief, en de aankondiging (april 2009) van Online Breedband om in Almere actief te worden, wacht nog altijd op een vervolg. De nieuwkomers OONO en Teleplaza maken geen gebruik van de Reggefiber-netwerken.
Het lijkt erop dat dit alles te maken heeft met de voorgestelde tarieven. Daarbij gaat het niet uitsluitend om de lijnhuur (ergens tussen de 12,00 en 17,50 euro per lijn per maand), maar vooral ook om de bijkomende kosten, zoals:
• toegang tot de AreaPoPs (500 euro per maand)
• toegang tot de CityPoP
• backhaul van de AreaPoPs naar de CityPoP (600 euro per maand)
• eenmalige kosten (100 euro per lijn en 3.000 euro per AreaPoP)
De kosten van de backbone (van de CityPoPs naar Ams-IX of een andere internet exchange) laten we buiten beschouwing, want die is door verschillende partijen vaak al geregeld.
Onderliggend heeft deze problematiek alles te maken met de omvang van de ruimte waar de unbundling plaatsvindt. Unbundling in de ADSL-wereld gebeurt in wijkcentrales, waarvan we er in Nederland zo’n 1.360 hebben. Een klein deel bestrijkt bovendien de meerderheid van de bevolking, zodat een operator al gauw in staat is voldoende schaalgrootte te bereiken in zo’n wijkcentrale. Uit onderzoek van Analysys Mason bleek dat unbundling op straatkastniveau economisch niet of nauwelijks haalbaar is. Er zijn er daarvan 28.000 gepland voor de uitrol van VDSL, waardoor ze te klein zijn voor een alternatieve operator om voldoende schaalgrootte te bereiken.
De unbundling van fibre zit qua haalhaarheid tussen die van ADSL en VDSL in. De AreaPoPs, waar de apparatuur geplaatst moet worden, bedienen elk 2.500 huishoudens en zitten qua schaal dus in tussen de wijkcentrale en de straatkast. Een eenvoudige rekensom leert dat een operator al gauw zo’n 500 huishoudens moet bedienen om winstgevend te kunnen zijn. Dat betekent dus een marktaandeel van 20 procent. En dat is een getal waar blijkbaar alle breedbandproviders in Nederland tegen aan zitten te hikken. Vreemd is dat niet, want Tele2 heeft momenteel een marktaandeel van 7,0 procent, Online Breedband heeft 5,1 procent en BBned heeft 2,7 procent op de breedbandmarkt.
Overigens is er, naast ODF en WBA, nog een hybride model mogelijk, zoals wij in ons FTTH-rapport al opperden (par. 8.5, blz. 31). Een van de partijen kan ODF-access inkopen bij Reggefiber om vervolgens tegen vooraf overeen te komen tarieven WBA-toegang aan te bieden aan partijen als Tele2, Online Breedband en BBned (Alice). Daardoor kan de operator die ODF inkoopt eerder voldoende schaalgrootte bereiken, terwijl hij als wederdienst WBA-toegang biedt op gunstige voorwaarden voor de samenwerkende service providers. De service providers hoeven daardoor niet zelf te investeren in apparatuur, waardoor ze sterk op de kosten kunnen besparen.
Zoals gezegd, we wachten met spanning de Deense regulering af. En wat Nederland betreft kijken we uit naar de verdere ontwikkelingen, zoals het beroep tegen de regulering, eventuele deals van Reggefiber met operators en service providers, en last but not least: de lopende evaluatie bij KPN van de trials die het momenteel doet met FTTC (straatkast) en FTTH technologie.