
[Update] Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) heeft de verlagingen van de MTA-FTA gespreksafgifte deels teruggedraaid. Per 1 september zouden de wholesale-tarieven voor het vaste en mobiele telefoonverkeer dalen, volgend uit het marktbesluit van de ACM.
De voorzieningenrechter zet het tariefplafond echter op 1,861 cent per minuut voor mobiel en 0,302 cent per minuut voor vast. Dit blijft zo totdat de bodemprocedures zijn afgerond. De rechter in kort geding heeft ernstige twijfels of de ACM-regulering stand houdt.
De operators hebben gevraagd om een schorsing. De rechter acht dit belang voldoende zwaarwegend om het in een voorlopige uitspraak toe te kennen. Deze uitspraak is niet bindend voor de bodemprocedure, maar hij geeft wel sterke indicaties. Immers: hetzelfde CBb heeft op 31 augustus 2011 uitspraak gedaan over de vorige ronde marktregulering. Ook toen ging het om de berekeningen: Pure Bulric versus Bulric Plus.
De procedures zijn gevoerd door KPN, Vodafone en T-Mobile, Tele2 en een groep bestaande uit UPC, Ziggo, Verizon, Esprit en BT. De ACM noemt het vonnis in een eerste reactie slecht voor de voor consumenten en bedrijven die uiteindelijk de (telefoon)rekening betalen.
Marktbesluit
Het marktbesluit MTA-FTA-4 van 5 augustus 2013 bakent de markten voor vaste en mobiele gespreksafgifte af. De ACM concludeert dat de aanbieders beschikken over Aanmerkelijke Marktmacht en dat tariefregulering nodig is. Het te remediëren probleem is een risico op buitensporige tarieven op de onderliggende retailmarkten.
Het tarief dat providers elkaar mogen rekenen voor het afleveren van telefoongesprekken op een mobiel netwerk daalt – in dat besluit – van 2,4 cent naar 1,019 cent per minuut. Voor gesprekken naar een vaste lijn daalt het van 0,37 cent naar 0,108 cent per minuut (tarieven exclusief BTW). De verlaging zou per 1 september 2013 ingaan en in beginsel gelden voor drie jaar.
Bulric
De ACM heeft deze kostenberekening gemaakt op basis van de Pure Bulric: de onderliggende kosten van een gesprek worden berekend, zonder een opslag voor de niet-incrementele kosten. De Bulric Plus berekening bevat wel een opslag voor deze andere kosten en een redelijk rendement.
ACM stelt dat alleen de Pure Bulric methode het onderliggende probleem volledig oplost. De rechter zegt dat ook Bulric Plus een remedie is. Bovendien zijn de onderliggende retailmarkten volgens ACM concurrerend.
Als Pure Bulric en Bulric Plus beide effectief het gesignaleerde (potentiële) mededingingsrisico op de van belang zijnde markt(en) ondervangen, dan heeft ACM, zo volgt uit de uitspraak van 31 augustus 2011, naar nationaal recht geen vrije keuze uit beide maatregelen. In dat geval is ACM gehouden de minst belastende maatregel op te leggen.
Naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter zijn de omstandigheden op dit moment niet werkelijk anders dan in 2011. Dat is genoeg aanleiding om de Pure Bulric tarieven te schorsen. Het MTA-tarief van 1,861 eurocent per minuut vloeit voort uit Bulric Plus, per 1 september.
Inmiddels is een aantal Europese landen overgestapt op Pure Bulric. De ACM stelt dat 7 tot 9 procent van het telefoonverkeer uit het buitenland komt en dat Bulric Plus daarom de interne markt zou verstoren. De rechter heeft dit betoog terzijde gelegd. Er komt immers ook telefoonverkeer van landen met Bulric Plus – waaronder Duitsland – en van landen buiten de EU.
Volgens nationaal recht kan de Plus-methodiek gekozen worden en dat recht is niet strijdig met het Unierecht. De Europese Commissie heeft een harde voorkeur voor Pure Bulric, maar die aanbeveling is niet bindend.
Vervolg van de procedure
De tariefsverlagingen zijn voorlopig van de baan. Het CBb hanteert Plus als voorlopige maatstaf, totdat de bodemprocedures zijn afgerond, in de loop van 2014. De kans is zeker aanwezig dat het college ook dan kiest voor Bulric Plus net als op 31 augustus 2011 en op 27 augustus 2013. De kans is zeker aanwezig dat de Europese Commissie dan opnieuw een onderzoek tegen Nederland begint.