
De nationale rechter mag zelf tarieven vaststellen voor vaste en mobiele gespreksafgifte, heeft het Europees Hof van Justitie in Luxemburg gevonnist. De zaak is aangeslingerd door de Nederlandse telecomaanbieders tegen ACM.
De rechter moet rekening houden met de aanbeveling van de Europese Commissie over gespreksafgifte, maar mag daarvan afwijken om rekening te houden met specifieke omstandigheden voor een markt. Eerder adviseerde de advocaat-generaal in dezelfde richting.
ACM heeft, in lijn met de aanbeveling van de Europese Commissie, de tarieven voor gespreksafgifte vastgesteld volgens de Bulric methodiek. Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) heeft echter gekozen voor de Bulric+ methodiek, waarbij operators een hogere marge mogen berekenen.
Het Europees Hof van Justitie staat de rechter toe om af te wijken: de nationale rechter mag afwegen of de opgelegde verplichting evenredig is met de doelstellingen van de Europese regels. De rechter mag dan weer niet van de toezichthouder (zoals ACM) verlangen dat die bewijst dat de regulering daadwerkelijk voldoet aan de doelstellingen.
De operators procederen over het ACM besluit MTA-FTA-3 van 5 augustus 2013. Het CBb kan, nu de uitspraak van het Europees Hof er is, de procedure weer oppakken en een definitieve uitspraak doen over Bulric/Bulric+ in de periode van dat marktbesluit. ACM wil nog deze maand een nieuw besluit publiceren, dat het bestreden besluit opvolgt.
Europese Commissie werkt aan striktere regels
Het vonnis kan van invloed zijn op alle 28 EU-lidstaten, indien de toezichthouder besluiten heeft gebaseerd op 'pure' Bulric. Onder meer in Duitsland en Oostenrijk zijn er ook procedures over gespreksafgifte.
De Commissie heeft in 2009 vastgesteld (2009/396/EU) dat de 'Pure Bulric' benadering de beste is en haar invloed gebruikt om die methode in alle lidstaten door te voeren. Dat streven lijkt onhoudbaar geworden. Van half maart tot en met begin juni heeft de Commissie een publieke consultatie gehouden over een update van deze Termination Rates Recommendation.
De resultaten zijn nog niet bekend, maar Berec en de Nederlandse regering hebben er in hun reacties al voor gepleit om de regels op een hoger niveau vast te leggen, zodat er geen verschillen meer zijn tussen lidstaten. De Europese Commissie wil voor het eind van 2017 bindende regels invoeren.