
Het beeld van Nederland als kwetsbaar voor cyberdreigingen is de afgelopen maanden sterk gegroeid. Nu weer is het de overheid zelf die aan de alarmbel trekt. De digitale weerbaarheid in Nederland blijft achter bij de groei van dreigingen. Overheid, bedrijfsleven en burgers nemen weliswaar stappen om de digitale weerbaarheid te vergroten, maar dit gaat niet snel genoeg. Dat concludeert de overheid in het Cybersecuritybeeld Nederland 2017, dat demissionair staatssecretaris Dijkhoff deze week naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.
Volgens Dijkhoff groeit het besef van de noodzaak tot investeren in cybersecurity in Nederland in de hele maatschappij. “Toch moeten we blijven investeren in kennis en kunde om als Nederland op topniveau te blijven. Daarom spreken we met het bedrijfsleven, het onderwijsveld en vertegenwoordigers uit vitale sectoren. We moeten samenwerken om Nederland digitaal veilig te houden.”
Snel digitaliserende wereld
Het beschreven cybersecuritybeeld bevestigt volgens de bewindsman dat iedereen nodig is om de snel digitaliserende wereld veilig te houden. Bedrijven door bijvoorbeeld geld te reserveren om hun netwerk veilig te houden, gewone Nederlanders door digitaal veilige spullen te kopen.
Net als vorig jaar blijft cybercriminaliteit bij de overheid een belangrijk punt van aandacht. Cyberaanvallen zoals de recent wereldwijde aanval met ransomware onder de naam WannaCry zijn aantrekkelijk vanwege de grote impact door inzet van vrij beperkte middelen en raken de gehele samenleving. Ook houdt de dreiging van ; statelijke actoren’ aan (zo zou WannaCry mogelijk vanuit Noord-Korea gesponsord zijn). Meer dan honderd landen spioneren wereldwijd met digitale middelen en gebruiken digitale aanvallen om democratische processen te beïnvloeden.
IoT: kans en dreiging
De ontwikkeling van internet of things (IoT) brengt naast kansen ook veel risico’s met zich mee. Veel apparaten bevatten kwetsbaarheden waarvoor geen beveiligingsupdates uitkomen. Op die manier kunnen deze apparaten worden misbruikt voor bijvoorbeeld DDoS-aanvallen. Ook de sterke afhankelijkheid van een beperkt aantal buitenlandse aanbieders van infrastructuurdiensten brengt risico’s met zich mee. Hoewel grote leveranciers zich beter tegen aanvallen kunnen wapenen, zorgt de afhankelijkheid ervan voor grote impact als zij wel geraakt worden.
Volgens Dijkhoff laten de bevindingen uit het CSBN zien dat er de komende jaren geïnvesteerd moet blijven worden om de digitale weerbaarheid van Nederland te vergroten. “De afgelopen jaren is er structureel meer geld vrijgemaakt in de begroting van Veiligheid en Justitie om de Nederlandse cybersecurity te versterken. Daarbij zijn bijvoorbeeld de publiek-private samenwerking versterkt en de aanpak van cybercrime en detectie van digitale dreigingen geïntensiveerd. Gezien het zorgelijke beeld van 2017 blijven deze acties en investeringen broodnodig.”
Kwetsbaar maar op goede weg
Nederland is volgens het Rathenau Institute erg kwetsbaar als het gaat om de bescherming van vitalr IT- en andere kritieke infrastructuren. Dat bleek afgelopen maart. Nederlandse overheden, het bedrijfsleven en gezondheidsinstellingen zoals ziekenhuizen hebben hun computersystemen onvoldoende beveiligd tegen cybercriminaliteit. De Rekenkamer constateere onlangs dat de informatiebeveiliging van ministeries beter kan. Afgelopen maart werden ICT-systemen van de Tweede Kamer nog aangevallen met ransomware.
Toch is ons land op de goede weg bij het verder versterken van de digitale veiligheid. Dat blijkt uit een heldere visie, relevante strategieën en ambitie. Wel moeten er meer (financiële) middelen moeten worden uitgetrokken om bij te blijven bij de ambities op het gebied van cyber security. Dat waren in mei twee kernconclusies van de Cyber Readiness Index (CRI), opgesteld door het Amerikaanse Potomac Institute.
De kernconclusies van de Cyber Readiness Index (CRI) voor Nederland zijn overwegend positief, zo meent het nationaal Cyber Security Center (NCSC). Zo doet ons land het ook goed op het gebied van onderzoek en innovatie. Het budget dat wel beschikbaar is, wordt effectief en efficiënt ingezet.
De CRI is gemaakt in opdracht van de NCTV (Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid). Volgens Patrica Zorko, Directeur Cybersecurity van de NCTV, blijkt uit het rapport van Hathaway dat Nederland een mooie prestatie heeft neergezet door met bescheiden middelen stevige resultaten te boeken in het digitaal veilig houden van Nederland.
Tweede Kamer wil Digital Trust Centre
De Tweede Kamer roept de regering ondertussen op op om een Digital Trust Centre op te richten dat overheid, bedrijfsleven en consumenten adviseert over cybersecurity en incidenten kan helpen oplossen. Een motie over dat onderwerp kreeg op 13 juni een ruime meerderheid, net als een motie over het proactief delen van kennis. De Kamer wil nog voor Prinsjesdag een plan de campagne zien. Dat nieuw op te richten centre zal gaan samenwerken met het Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC).
De Kamer wil het takenpakket van dat NCSC verbreden zodat het ook (semi-)publieke instellingen mag adviseren, bijvoorbeeld ziekenhuizen. De kamer dringt aan op een jaarlijkse stresstest op kritieke infrastructuur. Verder wil de Kamer dat de regering onderzoekt hoe de cybersecurity van IoT en smart home apparatuur kan worden verbeterd, via veiligheidseisen aan apparatuur. Een motie over updates voor oudere software kreeg geen meerderheid, net als een motie over het gebruik van zero-day kwetsbaarheden door politie en inlichtingendiensten.
Ook het bedrijfsleven wil meer geld voor cybersecurity. VNO-NCW, MKB-Nederland en LTO-Nederland pleiten voor een herschikking van budgetten en extra investeringen in defensie en cybersecurity. Voor de aanpak van cybercrime moet een meerjarige publiek-privaat actieprogramma worden opgesteld, vinden de werkgevers. Per jaar is minimaal 100 miljoen euro extra nodig voor bijvoorbeeld een Digital Trust Centre waar branches/bedrijven terecht kunnen voor vragen, meldingen en advies.
https://www.telecompaper.com/nieuws/tweede-kamer-wil-digital-trust-centre-voor-cybersecurity--1200009