De Duitse kartelautoriteiten wil het onderzoek doen naar Vodafone's geplande overname van Liberty Global's Unitymedia-kabelbedrijf in Duitsland, meldt het Duitse dagblad Frankfurter Allgemeine Zeitung (FAZ). Het Duitse federale kartelbureau en het federale ministerie van economie (BMWi) willen beide dat het onderzoek wordt uitgevoerd in Duitsland en niet bij de Europese Commissie, reageert Andreas Mundt, de president van het Duitse kartelkantoor, aan FAZ.
Vodafone en Liberty Media hebben een omvangrijke deal voorgesteld. Vodafone Group neemt voor EUR 18,4 miljard een aantal onderdelen van Liberty Global over. Het gaat om de Liberty Global onderdelen in Duitsland, Hongarije, Roemenië en Tsjechië. De onderdelen zijn gezamenlijk goed voor 28 procent van de operationele kasstroom van Liberty Global, waarin het 50 procent belang in VodafoneZiggo niet is meegenomen. De aankoopprijs omvat EUR 10,8 miljard in contanten en EUR 7,6 miljard in bestaande Liberty-schulden.
Dit zou echter problematisch kunnen zijn voor de voorgestelde fusie van Vodafone en kunnen leiden tot een verbod of strengere voorwaarden voor de transactie, denkt Inside-Handy.de. Mundt waarschuwt voor "voorbarige conclusies" over de deal en zei dat het "te simpel" zou zijn om te zeggen dat de fusie goed is omdat Deutsche Telekom dan meer tegendruk krijgt.
De overname zou de concurrentie in het bijzonder kunnen beperken op de markt voor (feed-in)-tarieven voor televisieomroepen en daarom ligt de fusietoets nog helemaal open, aldus Mundt. Hij noemt ook onderzoek nodig naar de machtspositie van Vodafone bij de aanleg van netwerken in woongebouwen voor de huurmarkt.
Een definitieve beslissing over de fusie wordt medio 2019 verwacht.
In het interview sprak Mundt ook zijn steun uit voor oproepen van MVNO's voor de oprichting van een vierde mobiele netwerkoperator in Duitsland. De mobiele markt in Duitsland moet open blijven voor nieuwkomers, en een vierde mobiele operator zou "wenselijk" zijn, vertelde Mundt aan FAZ.
Er kunnen nationale roamingvereisten worden opgelegd om een potentiële vierde exploitant in staat te stellen de netwerken van concurrenten gedurende een bepaalde periode te gebruiken terwijl hij een eigen netwerk bouwt, voegde hij eraan toe. Anders zou de markt "afgesloten" blijven vanwege het gebrek aan concurrentievermogen van de nieuwkomer tijdens de constructiefase en de hoge investeringskosten, zei Mundt.
