EC daagt Nederland om niet-invoeren Richtlijn Breedband

De Europese Commissie heeft besloten om Nederland voor het Hof van Justitie van de EU te dagen voor de vertraging die is opgelopen bij het omzetten van de richtlijn betreffende de verlaging van de kosten voor breedband (Richtlijn 2014/61/EU). De lidstaten hadden tot 1 januari 2016 de tijd om de richtlijn in hun nationale wetgeving om te zetten. De Europese Commissie is in maart 2016 begonnen met de eerste fase van het onderzoek naar het missen van de deadline. De Commissie vraagt het Hof een dwangsom van 87.091,20 euro per dag op te leggen. 

Blijft de omzetting onvolledig en bevestigt het Hof het standpunt van de Commissie, dan moet de dwangsom worden betaald vanaf de datum van de uitspraak, of een door het Hof vastgestelde latere datum, tot de omzetting is voltooid. Over het uiteindelijke bedrag van de dwangsom beslist het Hof, maar het bedrag mag niet hoger zijn dan wat de Commissie heeft voorgesteld.

De Nederlandse regering zet de richtlijn breedband om via de Wibon, de Wet informatie-uitwisseling bovengrondse en ondergrondse netten en netwerken. De Tweede Kamer heeft er 21 november mee ingestemd. De Eerste Kamer heeft op 9 januari vragen gesteld, het ministerie heeft nog geen antwoord gegeven. Indien de Senaat sneller is dan het Europees Hof, zal Nederland mogelijk geen dwangsom opgelegd krijgen. 

De Commissie heeft dezelfde stap gezet tegen Bulgarije. De sanctie zou daar uit kunnen komen op 22.226,40 euro. De procedures tegen Oostenrijk en Luxemburg zijn nu gesloten.