
De Wet informatie-uitwisseling bovengrondse en ondergrondse netwerken (Wibon) is een aanvulling op de al ingevoerde wet, de Wion. De Wion regelt dat bedrijfsleven en overheid samenwerken in het beheer van ondergrondse netwerken, kabels en leidingen. Het maatschappelijke doel van de wet is om graafschade te voorkomen en dus de kwaliteit van de netwerken te verhogen.
De Wibon breidt die informatie-uitwisseling uit naar bovengrondse netwerken. Daarmee kunnen mobiele operators makkelijker gaan overleggen om apparatuur te plaatsen op bijvoorbeeld hoogspanningsmasten en schoorstenen. De Europese Unie heeft enkele jaren geleden een richtlijn ingevoerd om de aanleg van breedband te versnellen. Nederland is te laat met die richtlijn en wordt door de Europese Commissie op de vingers getikt.
De Wion en de Wibon hebben in Nederland echter een gevoelige kwestie op de voorgrond gebracht – wat moet er gebeuren met kabels en leidingen die ongebruikt in de grond liggen? Zodra de huidige situatie (gedoogplicht) afloopt, kan die erfenis uit het verleden geld gaan kosten. Het is nog niet duidelijk hoe hoog die rekening is en waar die terecht komt, bij de overheid of bij het bedrijfsleven.
Staatssecretaris Mona Keijzer van EZK heeft begin deze maand antwoord gegeven op vragen uit de Eerste Kamer, met haar visie op de situatie. De Senaat gaat nog extra vragen stellen (in een nader voorlopig verslag) en verwacht dat op 13 februari te doen. EZK zal die vragen dan weer beantwoorden.