
De Europese Commissie staat open voor gemengde financiering voor de breedbandambities, blijkt uit een toespraak van commissaris Neelie Kroes in Kopenhagen op 15 september voor het Nordic Broadband Forum. De Digitale Agenda geeft breedband een grote rol, met ambities: in 2013 moet elke EU-burger breedband kunnen krijgen. Overheden zouden onder voorwaarden staatssteun kunnen geven, waarvoor verschillende scenario's worden bekeken.
In 2002 werd als universele dienstenverplichting vastgelegd dat de consument op verzoek toegang moest hebben tot spraak, data en ‘functionele internettoegang’, maar dat vertaalde zich in een 56 kbps (inbel)verbinding. Zeven landen (Tsjechië, Frankrijk, Italië, Roemenië, Spanje, Letland en België) hebben een sectorfonds ingericht om bedrijven tegemoet te komen in de kosten van deze UD-verplichting.
Met name voor deze landen is het van belang dat er duidelijkheid komt over de ambities uit het telecompakket van 2009. Hierin staat dat in 2013 elke burger breedband moet kunnen hebben, en 30 Mbps download in het jaar 2020, met 100 Mbps voor de helft van de gebruikers. Landen kunnen zelf hogere snelheden opnemen in hun UD-regulering. Over de rol van financiering daarvan was nog niets vastgelegd.
Hoewel Kroes investeringen verwacht van het bedrijfsleven, en er breedband voor iedereen toegankelijk moet zijn, is het wellicht unfair als bedrijven alle kosten moeten dragen. De EU-brede beschikbaarheid van 2 Mbps vraagt nog om een investering van 11 tot 14 miljard euro in de komende vijf jaar. Het is daarom van wezenlijk belang om vast te stellen of de kosten van een nieuwe UD verplichting moeten worden gedragen door de industrie, of dat andere financiering, bijvoorbeeld uit de algemene middelen van een land, ook mogelijk is.
Gezien de maatschappelijke waarde is het eerste wellicht te veel gevraagd, stelt Kroes. Ze stelt voor om vier scenario’s verder te onderzoeken. In het eerste daarvan komt er een stelsel van publieke financiering in plaats van een UD-verplichting. Een tweede optie is om een lichte norm te stellen voor de UD-downloadsnelheid en die te financieren uit een fonds dat wordt opgebracht door de branche. Landen krijgen daarbij de kans om hogere eisen te stellen en die uit algemene middelen bij te betalen – mits in overeenstemming met de regels voor staatssteun. Een flexibeler variant daarvan is een sectorfonds dat een maximum bevat voor de bijdrage van telecombedrijven.
Tot slot zou de richtlijn kunnen worden verduidelijkt om aan te geven dat een UD-richtlijn alleen moet worden toegepast op plekken waar anders nooit breedband zou komen en waar een UD verplichting niet marktverstorend is.
Verder werkt de Commissie aan een uitwerking van de regels voor het bereiken van de doelen en de rol van overheden; aan een toegangsverplichting voor NGN netwerken; en aan programma voor radiospectrum. Alle documenten zijn onderling verbonden.