Het ministerie van Economische Zaken wil het artikel over netneutraliteit schrappen uit de Nederlandse wet. Dat meldt minister Kamp aan de Tweede Kamer, in reactie op vragen van Maarten Hijink (SP). Het wetsartikel is door de kantonrechter in Rotterdam onverbindend verklaard. Specifiek gaat het echter alleen om het derde lid van artikel 7.4a in de Telecommunicatiewet, met een categorisch verbod op prijsdiscriminatie. Wanneer de wet wordt aangepast, is nog niet bekend.
De Rechtbank Rotterdam heeft op 20 april uitspraak gedaan over het besluit van ACM om de dienst Datavrije Muziek (DMV) van T-Mobile in de ban te doen. T-Mobile heeft deze zaak gewonnen. EZ leest in dat vonnis van de Rechtbank Rotterdam dat de Europese netneutraliteitsverordening “zonder twijfel geen categorisch verbod op prijsdiscriminatie (“acte clair”) bevat”, waardoor de Telecommunicatiewet op dit punt onverbindend is. Concreet betekent dit dat zero rating-aanbiedingen, zoals die van T-Mobile, niet op grond van strijd met de Telecommunicatiewet verboden zijn.
Naar het oordeel van de rechtbank biedt de verordening geen grondslag voor aanvullende wettelijke bepalingen op het discriminatieverbod. ACM heeft al laten weten dat men tegen dat vonnis niet in hoger beroep zal gaan. EZ laat weten dat besluit te respecteren. ACM heeft een wettelijke positie als onafhankelijk toezichthouder en EZ kan niet ingaan op individuele besluiten.
EZ meldt verder dat de Duitse toezichthouder Bundesnetzagentur onderzoek kan doen naar vergelijkbare zero-rating diensten in Duitsland. Maar ook hier geldt dat EZ daar geen invloed op kan uitoefenen, via overleg met het Duitse ministerie. ACM is wel een onderzoek begonnen om Datavrije Muziek van T-Mobile direct te toetsen aan de Europese Verordening. De rechter in Rotterdam heeft zich niet uitgesproken over de vraag of DMV daarmee in overeenstemming is.
EZ meldt nog niet wanneer er een wetswijziging komt om het verbod op discriminatie te schrappen. Het artikel is in 2016 al gewijzigd voor de Europese Verordening. De strenge formulering was toen al niet onomstreden. Technisch gaat het om een kleine wijziging, die echter wel langs de Tweede Kamer en Eerste Kamer moet.
