
De overheid gaat ‘foute en lakse’ internetbedrijven die kinderporno niet snel verwijderen hard aanpakken. Wanneer na een melding beeldmateriaal van seksueel kindermisbruik niet snel van het publieke internet verwijderd wordt, kan er een boete of dwangsom opgelegd worden die fors kan oplopen. Dat schrijft minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid in een brief aan de Tweede Kamer. Het gaat bij de aangekondigde hardere aanpak om bestuursrechtelijke maatregelen.
Grapperhaus is aan het begin van de kabinetsperiode direct met een publiek-private samenwerking begonnen om kinderporno van internet te weren. Er liggen volgens hem al goede afspraken met ICT-bedrijven, koepelorganisaties, politie, Openbaar Ministerie, wetenschap, het Expertisebureau Online Kindermisbruik (EOKM) en de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen. Zij hebben afgesproken samen te werken in de strijd tegen online kinderporno.
Verder hebben brancheorganisaties van hostingbedrijven en organisaties in de digitale infrastructuur eind 2018 afgesproken om bij een melding van zogenoemd kinderpornografisch materiaal door het EOKM deze content binnen 24 uur te verwijderen van hun servers.
Eind 2019 gaat Grapperhaus als verdiepingsslag een wetsvoorstel consulteren voor een bestuursrechtelijke aanpak van foute en lakse bedrijven. Het wetsvoorstel zal een toezichthouder aanwijzen om bedrijven aan te pakken die een melding over kinderporno niet snel genoeg of zelfs helemaal niet verwerken.
Dwangsom en boete
In de praktijk betekent dit volgens J&V straks dat een bedrijf een melding kan krijgen van de toezichthouder dat er kinderporno op één van zijn servers staat. Lukt het een bedrijf niet om binnen een opgelegd kort tijdsbestek de kinderporno te verwijderen, dan wordt een dwangsom verbeurd verklaard en moet het bedrijf een geldsom betalen. Hoe kort dat tijdsbestek precies wordt, wordt nader beslist. Daarnaast kan de toezichthouder een omzetafhankelijke boete opleggen die bij herhaalde overtredingen zal oplopen.
“Stapsgewijs verbannen we kinderporno van internet”, aldus Grapperhaus in een toelichting. “De meeste ICT-bedrijven in Nederland verwijderen kinderporno snel en accuraat en de rest moet dat ook gaan doen. Het verwijderen van kinderporno is niet iets vrijblijvends: bedrijven moeten dit zelf snel en goed kunnen, simpelweg als onderdeel van hun eigen bedrijfsvoering. Eigenlijk hebben bedrijven die kinderporno niet snel van eigen servers kunnen verwijderen geen bestaansrecht in Nederland.”
Hashcode-systeem en monitor
Om de publiek-private samenwerking te ondersteunen, testen diverse grote hostingbedrijven momenteel een hashcode-systeem. Bekend kinderpornografisch materiaal krijgt een unieke digitale hashcode. De codes staan in een hashcheck-server van het EOKM waarmee bedrijven een check kunnen uitvoeren zonder dat de bijbehorende illegale afbeeldingen en informatie zichtbaar worden.
Verder ontwikkelt de TU Delft een monitor die inzicht moet geven welk bedrijf waar en hoe lang kinderpornografisch beeldmateriaal na een melding nog online heeft staan.