De wijzigingen in het opzegrecht gaan gelden voor alle zakelijke gebruikers, meldt het ministerie van EZ: van zzp’er tot de Rijksoverheid en alles ertussen. De Tweede Kamer behandelt een wijziging van de Telecommunicatiewet, met daarin meerdere onderwerpen.
Een ervan is de regeling die overstapdrempels op de markten voor zakelijke telecomdiensten moet verlagen. Alle contracten worden na het verstrijken van de initiële termijn maandelijks opzegbaar, net als bij consumenten.
De nieuwe regeling gaat daarmee ook gelden voor grootzakelijke afnemers, schrijft minister Kamp in antwoord op vragen uit de Kamercommissie, van zzp’er tot de Rijksoverheid en alles ertussen. Wel kan er op verzoek van de abonnee een opzegtermijn van drie maanden worden overeengekomen. Daarmee kan een aanbieder rekening houden met de opzegtermijn van onderliggende wholesalediensten van drie maanden.
Eerder heeft de VVD vragen gesteld over de gevolgen van een tussentijdse aanpassing van een contract of een uitbreiding. De vraag is of er dan een nieuwe termijn van twee jaar gaat gelden voor alle diensten. EZ bevestigt dat, maar stelt dat de wijziging in de wet zorgt voor lagere drempels. Zodra de initiële contractperiode voor het laatste toegevoegde abonnement is afgelopen, kan de abonnee immers al zijn abonnementen opzeggen met een opzegtermijn van een maand.
Overigens heeft de Rijksoverheid zijn diensten aanbesteed in meerjarige raamovereenkomsten, waarvan niet op voorhand aannemelijk is dat die snel worden opgezegd.
