
Het Ministerie van Economische Zaken heeft een pakket wijzigingen op de Telecommunicatiewet (Tw) naar de Tweede Kamer gezonden. Deze verzamelwet voorziet in versterking van de positie van eindgebruikers bij netwerkstoringen, het wegnemen van overstapdrempels voor kleinzakelijke abonnees en in de verbetering van de integrale veiligheid van antenne-opstelpunten en radiozendmasten. Daarnaast geeft EZ gehoor aan een aantal moties in de kamer en en toezeggingen aan de kamer.
Een belangrijk nieuw element is de compensatie bij storingen, een reactie op enkele grote storingen in 2011. De sector zelf is daarover niet tot afspraken gekomen en daarom komt er een wettelijke regeling.
Voor kleine zakelijke afnemers van telecomdiensten wordt de rechtspositie gewijzigd, door hun voorwaarden grotendeels gelijk te trekken aan de voorwaarden voor consumentenpakketten. Dat moet overstapdrempels op de zakelijke markt wegnemen.
De gelijktijdige branden in de radiotorens van Smilde en IJsselstein in 2011 heeft de overheid met de neus op de feiten gedrukt: grote storingen bedreigen de continuïteit van de uitzendingen. In de Telecommunicatiewet komt als verplichting dat alle bedrijven in en rond de torens meewerken aan het opstellen van een continuïteitsplan. Dit komt naast het convenant dat de partijen in 2014 hebben gesloten.
Een deel van de bepalingen is vanaf begin 2014 al publiek geconsulteerd. In grote lijnen was de inhoud van de verzamelwet dus al bekend. Hij bundelt ontwikkelingen die elk op zich te klein zijn voor een afzonderlijk wetstraject.
Raad van State wil meer denkwerk
De Raad van State merkt in zijn advies op dat drie onderwerpen vanwege hun complexiteit juist wel een aparte behandeling in het parlement verdienen. Ten eerste zijn de regels over het verleggen van telecomkabels. Overheidsinstellingen gedogen kabels op hun grond, maar kunnen wel een aanwijzing geven tot verplaatsen. De uitbreiding van die aanwijzing-tot-verplaatsen ligt gevoelig.
Een ander ingewikkeld onderwerp is de compensatieregeling bij storingen. De Raad van State suggereert om die regeling aan te vullen met voorwaarden waaraan de eindgebruiker moet voldoen en om er een clausule aan toe te voegen over overmacht (zoals T-Mobile ook bepleit heeft in de publieke consultatie). Die extra onderwerpen leiden onvermijdelijk tot vertraging, wat een behandeling binnen de Verzamelwet uitsluit.
Tot slot gaat het over de voorstellen tegen spoofing en het misbruik van caller-ID informatie. De Afdeling adviseert het verbod daadwerkelijk techniekneutraal te omschrijven en te bezien of het wenselijk is ook e-mail onder het verbod te brengen.