94 procent van de Nederlanders maakt zich zorgen over de bescherming van zijn persoonsgegevens. Eén op drie mensen maakt zich zelfs veel of zeer veel zorgen. Dat blijkt uit onderzoek dat de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) liet doen in het kader van de Dag van de Privacy (EU Data Protection Day, 28 januari). 6 procent van de respondenten in het onderzoek maakt zich geen zorgen.
Mensen maken zich vooral zorgen over misbruik van hun identiteitsbewijs of het kopietje ervan: 85 procent is (zeer) bezorgd. Het Burgerservicenummer en DigiD volgen, beide met 73 procent. Misbruik van medische gegevens is voor 65 procent van de mensen een reden tot zorg. Over betaalgegevens is 66 procent bezorgd.
Drie typen private organisaties worden het meest genoemd: online winkels, banken/verzekeraars en techbedrijven. De perceptie van risico’s zit er in dat organisaties online zoekgedrag volgen en locatiegegevens verzamelen. Ook de overheid wordt vaak gewantrouwd, net als specifieke diensten zoals uitkeringsinstanties en politie/justitie. De zorgen zijn vooral ingegeven door angst dat gegevens in verkeerde handen vallen, meldt de AP in haar nieuwsbericht.
Meerderheid kent privacyrechten
60 procent van de respondenten zegt ‘niet veel, niet weinig’ te weten over privacy. Ruim 20 procent noemt zich kenner. Consumenten vinden het recht op vergetelheid het belangrijkste recht. Daarna komen het recht om een privacyklacht in te dienen en het recht op beperking van de verwerking.
Slechts 12 procent zegt wel eens gebruik te hebben gemaakt van een privacyrecht. Mensen weten niet hoe ze dat moeten doen, vinden het gedoe of niet belangrijk genoeg. Het recht op dataportabiliteit en het recht op een menselijke blik bij geautomatiseerde besluiten zijn de minst bekende rechten. Met de nieuwe privacywet, de AVG, zijn de privacyrechten uitgebreid en versterkt.
