
De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) vindt dat de ontwerpversie van het Implementatiebesluit herziene richtlijn betaaldiensten herzien moet worden. Volgens de privacytoezichthouder houdt de ontwerpversie van het besluit niet op de juiste wijze rekening met nieuwe Europese privacyregels (GDPR), vertaalt in de de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG). De AP heeft op verzoek van de minister van Financiën geadviseerd over het ontwerpbesluit. Mede met dit besluit kan een nieuwe Europese richtlijn over betaaldiensten omgezet worden in Nederlandse wetgeving.
De herziene richtlijn betaaldiensten staat ook bekend als de tweede Payment Services Directive, PSD2. Doel van de richtlijn is het bevorderen van innovatieve mobiele en internetbetalingsdiensten versterking van consumentenrechten te versterken. In Europa gaan overal dezelfde regels gelden. Dat moet het eenvoudiger maken om deze diensten grensoverschrijdend aan te bieden en te gebruiken. De AP is bij de PSD2 betrokken als toezichthouder op de verwerking van persoonsgegevens. De toezichthouder heeft eerder een advies uitgebracht over het wetsvoorstel Implementatiewet herziene richtlijn betaaldiensten. Dat voorstel ligt nu bij de Tweede Kamer.
Zoals bekend wordt de AP de toezichthouder op de AVG in Nederland. Het Implementatiebesluit stelt voor het toezicht op de bescherming van persoonsgegevens op de specifieke bepalingen van PSD2 onder te brengen bij een andere toezichthouder, namelijk De Nederlandse Bank. Aanbieders van betaaldiensten moeten straks zowel aan de AVG als aan de regels van PSD2 voldoen. De AP adviseert daarom het gehele toezicht op de bescherming van persoonsgegevens in het kader van betaaldiensten onder te brengen bij één toezichthouder, namelijk de AP.