Er moeten extra regels komen om te zorgen dat gebruikers geen hoge prijs betalen voor roaming bij prepaid, en ook niet bij onbeperkte bundels. Dat staat in het nieuwste plan van de Europese Commissie om de spelregels voor roaming in 2017 te bepalen. 15 december is er een deadline voor de regels, zodat de operators nog een half jaar hebben om ze in te voeren, voor de geplande grote dag van 15 juni 2017. Brussel zal ook definiëren wanneer roaming buitensporig hoog wordt. Dat is belangrijk omdat de operators vanaf dat moment een toeslag mogen doorberekenen.
De Europese Commissie heeft in september een eerste voorstel gedaan om de grenzen van roaming vast te stellen. Na overleg met de sector, consumentengroepen, toezichthouders, het Europees Parlement en de lidstaten zijn er een aantal onderdelen veranderd of verfijnd.
Het nieuwste voorstel bevat meer duidelijkheid over wanneer een roamende gebruiker een ‘stabiele band’ heeft met een ander land. Dit kan voor werk of studie zijn, maar gaat ook op voor pensionado’s die een deel van het jaar in bijvoorbeeld Spanje wonen.
Bij die groepen klanten mag een mobiele operator pas na minimaal vier maanden gaan beoordelen of er wellicht sprake is van roaming die de grenzen van ‘fair use’ overschrijdt. Gebruikers krijgen eerst een waarschuwing, waarop ze minstens twee weken de tijd hebben om te reageren.
Roaming kan excessief blijken indien het volume hoger ligt dan het binnenlands verbruik. De operators mogen alleen kijken naar de hoeveelheden die worden verbruikt. Het verbruik wordt sowieso al bijgehouden voor de factuur, er mag geen extra informatie worden verzameld.
Een operator mag een klant wel verzoeken om aan te tonen dat hij een stabiele band heeft met een ander land voor een abonnement met roam like at home. Als gebruik inderdaad excessief is, mag een mobiele provider een toeslag berekenen per minuut, sms of MB. Die toeslag is maximaal gelijk aan de wholesale roaming caps.
De Commissie neemt in het voorstel ook regels op voor verschillende soorten mobiele contracten en bundels. Dat is volgens haar nodig om te voorkomen dat operators de kosten van mobiel internet en roaming aangrijpen om binnenlands verbruik duurder te maken. De meerkosten van roaming zijn vooral bij data van belang, omdat het verschil daar het grootst is.
Prepaid en onbeperkt
In een factsheet geeft de Commissie twee voorbeelden: prepaid en abonnementen met onbeperkt bellen en sms. In beide gevallen wordt het verbruik van mobiel internet gekoppeld aan de wholesale price cap.
Stel dat een prepaid klant nog 13 euro tegoed heeft, zodra hij naar een ander land reist. Dan mag die gebruiker die 13 euro opmaken aan mobiele data voor 0,85 cent per MB (8,50 euro per GB), gelijk aan het wholesale tarief.
Bij onbeperkte abonnementen mag een gebruiker maximaal 2x de hoeveelheid van zijn vaste maandbedrag spenderen aan data. Stel dat iemand 70 euro per maand betaalt voor een abonnement met onbeperkt bellen, sms en mobiel internet.
Bellen en sms zijn dan ook in het buitenland onbeperkt, zonder meerkosten. Het verbruik aan data wordt echter begrensd op 140 euro tegen 8,50 euro per GB. Deze gebruiker kan dus 16,47 GB verbruiken in het buitenland zonder meerkosten. Voorbij dat verbruik zijn die meerkosten van 8,50 euro per GB er wel.
Dit voorstel moet nog langs de lidstaten. Die stemmen op 12 december (Cocom) over het plan. Als die het goedkeuren, voert de Europese Commissie het meteen in. Overigens staat die 8,50 euro niet vast: het is de inzet van de Europese Commissie. De lidstaten stellen 10,00 euro voor, het Europees Parlement zet in op 4,00 euro per GB. Het doorgaan hangt ook nog af van de uitkomst van een gevecht over de wholesale tarieven. De lidstaten hebben daarover al gestemd, maar het Europees Parlement nog niet. Hierover moet nog een akkoord worden uitgehamerd.
Tijdens een persconferentie bevestigde Europees Commissaris iets dat al langer duidelijk was, namelijk dat de Europese lande niet op één lijn zitten. Van de 28 landen hebben er 16 voor het plan gestemd, genoeg om het met een gekwalificeerde meerderheid aan te nemen. Ook de tegenstemmers (waaronder Nederland) vinden het belangrijk dat de deadline van 15 juni 2017 gehaald wordt, benadrukt Ansip.
