
Het Duitse netwerkagentschap heeft zijn conceptvoorwaarden voor de 5G-veiling voor begin 2019 gepresenteerd. Het voorstel voor de 2 GHz- en 3,6 GHz-banden is verzonden naar de adviesraad van de toezichthouder, die op 24 september advies uitbrengt voordat in november een definitieve beslissing wordt genomen over de voorwaarden.
Zoals eerder aangegeven heeft de regulator geen eisen opgenomen om netwerken te openen voor roaming door andere operatoren. De Bundesnetzagentur zegt dat het ook geen 100 procent dekkingsvereisten zal bepalen, omdat de frequenties hier niet geschikt voor zijn. Radiofrequenties voor het verbeteren van de dekking in afgelegen gebieden zullen later worden geveild, merkt de toezichthouder op. De kosten van 5G-uitrol zullen in de toekomst ook lager zijn, omdat er dan meer glasvezel beschikbaar is.
Meer samenwerking in buitengebied
De toezichthouder zegt dat dit de deur openzet voor operators om meer samen te werken in het buitengebied. Het was echter niet wettelijk mogelijk om exploitanten te verplichten hun netwerken open te stellen voor binnenlandse roaming en de toegangsprijzen te dicteren. Er zijn echter nog steeds ‘grote kostenbesparingen’ te realiseren in plattelandsgebieden en de operators kunnen commerciële overeenkomsten over samenwerking sluiten, aldus het agentschap.
Het bureau merkte op dat mobiele gebruikers nog steeds verbeteringen zullen zien met het nieuwe spectrum, waaronder een verdubbeling van datasnelheden. De vergunningen moeten tegen het einde van 2022 alle snelwegen bestrijken met snelheden van 100 Mbps. Elke operators wordt ook verplicht minimaal 500 basisstations te bouwen om gebieden met minimale dekking van dienst te zijn.
Vodafone niet blij met voorstel
Net voordat de Bundesnetzagentur zijn voorstel publiceerde, zei Hannes Ametsreiter, CEO van Vodafone Duitsland, dat zijn bedrijf niet tevreden is met de voorwaarden. In een interview met persbureau DPA zegt hij dat het onacceptabel is dat een deel van het te veilen spectrum gereserveerd wordt voor regionale vergunningen, in plaats van voor de mobiele operators.
De gebruiksvoorwaarden voor deze frequenties zijn onvoldoende uitgewerkt en onder de huidige voorwaarden zouden de regionale licenties kunnen dienen als ‘achterdeur’ voor een vierde netwerkoperator, zei de CEO. Deze zouden een netwerk kunnen starten zonder veel te hoeven investeren, waardoor de waarde van investeringen door de operators zou worden uitgehold. Financiële investeerders konden de vergunningen ook goedkoop inkopen en vervolgens de regio's verbinden om een nationaal netwerk op te zetten, concludeert Ametsreiter.