
De Europese Commissie stelt dat het geen enkel bewijs kan vinden voor mogelijke problemen in relatie tot het gebruik van diensten of oplossingen van security-aanbieder Kaspersky Labs. Dat blijkt uit een document van de EC waarmee Kaspersky zelf naar buiten is gekomen.
In 2017 en 2018 kwam Kaspersky onder een vergrootglas te liggen wegens vermeende banden met de Russische overheid. Uit vrees voor mogelijke spionage of gevaar voor cruciale ICT-systemen besloot bijvoorbeeld de Amerikaanse federale overheid om Kaspersky te verbannen. Vergelijkbare initiatieven waren er in onder meer het Verenigd Koninkrijk, Litouwen, Australië en Nederland.
De verklaring is een reactie op vragen van Gerolf Annemans, lid van het Europees Parlement, in maart 2019. Dat was een vervolg op de resolutie van het Europees Parlement van 13 juni 2018 waarin onder andere werd gesteld dat Kaspersky Lab producten zo mogelijk ‘gevaarlijk’ of zelfs ‘kwaadaardig’ kunnen zijn.
Volgens de EC is de EU een open markt waar elke onderneming actief kan zijn zolang ze zich houden aan Europese regels. Verder heeft elke lidstaat het recht om ondernemingen te weren op grond van nationale veiligheidsredenen, aldus de EC in haar verklaring.
Blij met conclusie EC
Volgens Anton Shingarev, vice-president public affairs bij Kaspersky Lab, onderstreept de verklaring van de Commissie het belang van het Global Transparency-initiatief van Kaspersky. Hiermee wil het bedrijf inzage geeft in de eigen softwarebroncodes. Het heeft ook al een aantal bedrijfsonderdelen verhuisd van Rusland naar Zwitserland om de zweem van banden met de Russische overheid weg te nemen. Shingarev is dan ook blij met de conclusie van de Commissie.
"Inmiddels openen we steeds meer transparantiecentra in Europa met als doel te blijven investeren in vertrouwen onder zowel onze klanten als overheidsinstanties. We hopen dat deze verklaring van de Europese Commissie ook nationale overheidsinstanties helpt bij het nemen van beslissingen die gebaseerd zijn op feitelijk bewijs in plaats van geruchten of ongefundeerd onderzoek."
Samenwerking stopgezet
Kaspersky besloot in juni 2018 om zijn Europese samenwerking met Europol voorlopig stop te zetten, evenals het project NoMoreRansome – gericht op het tegengaan van ransomware-aanvallen. Dit project liep in een aantal landen, waaronder Nederland. De van oorsprong Russische security-aanbieder reageerde hiermee op de resolutie die het Europees Parlement had aangenomen, waarin EP’ers Europese instanties opriepen op om het gebruik te stoppen van malware-producten en diensten die mogelijk onveilig of zelfs kwaadaardig zijn. Zonder hiervoor bewijs te leveren, werd Kaspersky met naam en toenaam genoemd.
Halverwege mei 2018 had Justitie-minister Ferd Grapperhaus al laten weten dat de vrees voor banden tussen het van oorsprong Russische Kaspersky Lab en de Russische overheid aanleiding was voor het uitfaseren van het gebruik van antivirus-oplossingen van het bedrijf. Grapperhaus adviseerde destijds ook bedrijven uit vitale sectoren zoals energievoorziening en telecom om Kaspersky antivirussoftware niet langer te gebruiken.
Onjuiste aannames
In november 2018 stelde de Nederlandse beveiligingsexpert Brenno de Winter al in (door Kaspersky gefinancierd) onderzoek dat het geplande uitfaseren van antivirus-oplossingen door de Nederlandse rijksoverheid gebaseerd was op onjuiste aannames. Het overheidsbesluit uit mei 2018 was volgens De Winter voor alle betrokken partijen schadelijk. Zo is samenwerking op het gebied van de aanpak van ransomware stil komen te liggen. Het rapport stelde dat de overheid te weinig eigen onderzoek heeft gedaan voor haar risico-inschatting. Het ontbrak aan een eigen evaluatie en onderbouwing.