EU overlegt in Amsterdam over regels voor sector telecom

Nieuws Algemeen Nederland 21 APR 2016
EU overlegt in Amsterdam over regels voor sector telecom

Ambtenaren van de Europese Commissie en alle lidstaten hebben op 20 april vergaderd over de regulering van telecom in de EU. Nederland was als voorzitter van de Europese Unie gastheer van de bijeenkomst, in het Europahuis in Amsterdam. De uitkomsten van de bijeenkomst vormen het vertrekpunt voor een discussie tussen ministers tijdens de Telecomraad op 26 mei.

Op de agenda stonden drie grote onderwerpen waarover de Europese Commissie later dit jaar voorstellen doet: toegangsregulering voor vaste netwerken, spectrumbeleid en OTT-diensten. De Nederlandse regering zal pleiten voor een pakket aan regels dat het mogelijk maakt om twee of meer vaste netwerken in een land gelijk te reguleren, dus KPN én Ziggo.

EZ hield op woensdag 20 april een zogeheten High Level bijeenkomst, met topambtenaren van alle EU-landen en de Europese Commissie. De bijeenkomst zal worden voorafgegaan door een gezamenlijk werkontbijt met de CEO’s van Nederlandse bedrijven en geselecteerde Europese en Nederlandse brancheorganisaties die de digitale infrastructuursector vertegenwoordigen.

De Europese Commissie is bezig met een herziening van het telecomkader, de huidige regelgeving voor de sector. De eerste concrete voorstellen worden in het najaar verwacht. Dat herziene kader moet passen bij de nieuwe ontwikkelingen, stelt het ministerie van Economische Zaken in een ‘discussion paper’ dat op tafel ligt.

Breedband: verschillende situaties

De Gemeenschappelijke Markt staat centraal, maar tegelijkertijd moeten de regels flexibel genoeg zijn om met verschillen tussen markten en landen om te gaan. Voor vast breedband stelt EZ voor om drie typen markt te benoemen.

Er zijn gebieden met één vast netwerk, maar kansen voor de aanleg van een tweede netwerk. Dan is het zinvol om aanleg te stimuleren. Er zijn ook gebieden waar één netwerk is, maar waar door allerlei omstandigheden geen business case is voor concurrerende aanleg. Daar moet een balans gevonden worden tussen investeren en concurreren, via wholesale.

Er is nog een derde situatie, waarin er twee verschillende aanbieders zijn met (vrijwel) landelijke dekking. Dan is er sprake van concurrentie, maar kansen voor nieuwe netwerken zijn er niet. Dat geeft het risico op gezamenlijke dominantie die zeer moeilijk te bewijzen is. Een tweede effect is dat de groei van quad play (integratie van vast en mobiel) bij grote aanbieders de positie onder druk zet van MNO’s zonder vast netwerk. Daarom moet er nog eens goed gekeken worden naar de regels voor AMM en de drempels om aanbieders te gaan reguleren.

Binnen een nationale markt kunnen die verschillende typen markt ook door elkaar heen lopen. EZ stelt dat de toezichthouders van elk land de middelen moeten krijgen om infrastructuren en/of investeringsplannen in kaart te brengen om maatwerk te kunnen leveren.

Spectrumbeleid

Als het gaat over mobiele vergunningen, signaleert EZ een tegenstelling. Enerzijds is het belangrijk om overal dezelfde regels te hebben. Dat biedt meer zekerheid en voorspelbaarheid voor het bedrijfsleven. Anderzijds willen de landen de regie over ‘hun’ mobiele frequenties niet uit handen geven. Ieder land kan zijn redenen hebben om aparte voorwaarden te stellen, bijvoorbeeld om een nieuwkomer te stimuleren of om het buitengebied te voorzien.

Alle lidstaten overleggen in de Radio Spectrum Policy Group over de techniek. De RSPG stelt dat het veilen van vergunningen de beste manier is, maar dat er geen enkele veiling is die in elk land goed zou werken. Die verschillen zijn niet weg te werken. Toch adviseert de RSPG om wel kleine stappen te zetten.

Bijvoorbeeld door op onderdelen wel te harmoniseren. Of om de looptijden van vergunningen gelijk te trekken en landen de kans te geven om elkaars plannen te beoordelen. Overheden zouden samen een ‘gereedschapskist’ kunnen ontwikkelen met verschillende opties. Voor de ontwikkeling van 5G zou dat gereedschap ook nog anders kunnen zijn dan voor 3G en 4G, met meer flexibiliteit in het gebruik van hoge frequenties.

De lidstaten herhaalden hun wens om spectrumbeheer aan te kunnen passen aan nationale omstandigheden en voorkeuren, maar zagen ook de noodzaak van meer coördinatie tussen lidstaten en het stellen van gezamenlijke doelen en instrumenten, meldt EZ na afloop.

Het speelveld: met of zonder OTT

Het derde onderwerp van discussie is de toekomst van de diensten. De ‘oude’ telecomregels zijn bedacht voor aparte netwerken en diensten, zoals vaste telefonie, of sms. Tegenwoordig krijgen die steeds meer concurrentie van OTT-aanbieders, zoals VoIP of messaging. Dat roept allerlei vragen over investeringen, concurrentie en de belangen van de consument. Het is ook de vraag of regels voor oude diensten niet beter kunnen worden geschrapt.

EZ wil in de ingewikkelde discussie eerst zorgen dat de uitgangspunten helder zijn. De telecomtoezichthouders, via Berec, hebben drie soorten OTT-diensten in kaart gebracht: OTT-0, OTT-1 en OTT-2. OTT-0 (nul) is duidelijk aan te merken als een elektronische communicatiedienst. Bijvoorbeeld telefonie die een gewoon telefoonnummer gebruikt. OTT-1 is een verzameling diensten die concurreren met traditionele diensten, maar niet hetzelfde zijn, bijvoorbeeld bellen via een app.

OTT-2 is een verzameling diensten die niet direct te vergelijken zijn, zoals een streaming muziekdienst of een zoekmachine of portal. Dergelijke diensten hebben wel invloed op de markt en dus de regulering. Misschien blijven specifieke regels nodig, misschien is de generieke consumentenbescherming voldoende.

Om te bepalen of er een gelijk speelveld is, moet eerst het speelveld überhaupt beter worden afgebakend, redeneren de toezichthouders. Dan kan ook de discussie worden gevoerd hoe het verder moet met de huidige regels. Nederland wil deze discussie in Europa ook voeren. Een deel van de landen wil de regels niet op voorhand ook toepasselijk maken op OTT-diensten.

Gerelateerde artikelen