Het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat heeft opnieuw uitleg gegeven over de wetenschappelijke kennis over 5G en straling. Dit keer is het Chris Stoffer (SGP) die pleit voor meer onderzoek naar mogelijke gezondheidseffecten van mobiele netwerken. Bewijs voor effecten is er echter niet.
Stoffer stelde Kamervragen over John William Frank (of John Frank) hoogleraar aan University of Edinburgh. Die pleitte in januari voor een stop op de uitrol van 5G, met de bewering ‘dat er steeds meer bewijs is’ dat al het wereldwijde wetenschappelijke onderzoek naar hoogfrequente elektromagnetische velden onjuist is.
EZK en ook het Ministerie van VWS herhalen daarom de wetenschappelijke inzichten van de Gezondheidsraad en internationale organisaties, zoals Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) en ICNIRP. Die stellen dat er bij de blootstellingslimieten voor mobiele netwerken geen bewijs bestaat voor andere effecten dan opwarming. Alleen de schadelijke effecten op de gezondheid als gevolg van overmatige opwarming worden als voldoende bewezen geacht om daarvan blootstellingslimieten af te leiden. In reactie daarop zijn de limieten zo streng gemaakt dat die effecten niet optreden.
Hoewel Stoffer er niet naar heeft gevraagd, stelt EZK dat het ICNIRP transparant en onafhankelijk opereert en alle financiën openbaar maakt (tegenstanders van 5G beschuldigen ICNIRP van belangenverstrengeling, omdat er mensen zitten die werkervaring hebben in de telecomindustrie).
Ook de maatregelen zijn al bekend. De Nederlandse regering handhaaft de blootstellingslimieten voor frequenties lager dan 6 GHz en werkt mee aan internationaal onderzoek, zoals de COSMOS-studie. Meer onderzoek naar 26 GHz wordt geadviseerd.
