
De groei van thingbots, cyberwapens die worden ontwikkeld om IoT-apparatuur aan te vallen, neemt zorgwekkende vormen aan. Dat concludeert F5 Labs, de onderzoekstak van F5 Networks. Over het afgelopen jaar heeft F5 Labs een groei van 249 procent in aanvallen gemeten. Vorig jaar waarschuwde F5 Labs al voor deze ontwikkeling.
De aanvallen zijn veelal zogeheten Telnet brute force attacks, waarbij misbruik wordt gemaakt van het telnet-protocol om op afstand in te loggen op een apparaat en via een opdrachtregel de besturing over te nemen. Aanvallen kwamen voor 44 procent uit China, gevolgd door de VS en Rusland. F5 maakt zich in het nieuwste Threat Intelligence onderzoeksrapport vooral ook zorgen om het feit dat al gedurende twee jaar dezelfde IP-adressen en netwerken worden gebruikt voor de aanvallen. Hieruit blijkt dat het kwaadwillende verkeer niet effectief wordt afgestopt of zelfs helemaal niet wordt opgemerkt.
Doelwitten van de aanvallen zijn wereldwijd verspreid. De VS, Singapore, Spanje en Hongarije staan hoog genoteerd, maar zelfs de top 10 landen kregen maar een klein percentage van de aanvallen te verduren. Dit wijst erop dat kwetsbare IoT-apparatuur over de hele wereld voorkomt en aangevallen wordt. Hoewel het aanvalsvolume aan het einde van 2017 weliswaar iets zakte ten opzichte van de eerste helft, was het nog altijd aanzienlijk hoger dan de gigantische impact die Mirai in september 2016 had, waarbij wereldwijd allerlei CCTV-apparatuur, routers, televisies en opname-apparatuur werden aangevallen. F5 concludeert dat er thingbots van allerlei afmetingen worden ontwikkeld en dat de gezamenlijke schaal groter is dan Mirai destijds.