
Het Grondwettelijk Hof in België heeft een streep gehaald door de dataretentiewet, volgens welke telecom- en internetbedrijven de communicatiegegevens van gebruikers gedurende een jaar moeten bewaren. Het Hof oordeelt dat de wet in strijd is met het principe van gelijkheid, non-discriminatie en het recht op respect van het privéleven. De uitspraak volgt op het oordeel van het Europees Hof van Justitie uit april 2014, waarin met terugwerkende kracht EU-regulering op het gebied van dataretentie ongeldig werd verklaard.
Naar aanleiding van deze uitspraak van het Europees Hof van Justitie werd eerder al in Nederland een streep gezet door de bewaarplicht. In België werd de zaak bij het Hof aanhangig gemaakt door de Liga voor Mensenrechten, de Ligue des droits de l’homme en Franstalige en Duitstalige advocaten. Volgens deze partijen is de datarentiewet een te grote inbreuk op de privacy van Belgen.
De datarentiewet in België is sinds 2013 van kracht en werd voornamelijk bijgehouden voor de opsporing en vervolging van strafbare feiten. Net als in Nederland werden aanbieders verplicht om gebruikersgegevens zelf op te slaan, zodat politie en justitie deze waar nodig op konden vragen. De Morgen meldt dat minister Alexander De Croo (Telecommunicatie), minister Koen Geens (Justitie) en staatssecretaris Bart Tommelein (Privacy) de uitspraak van het Grondwettelijk Hof zullen analyseren en hier vandaag (vrijdag 12 juni) over zullen overleggen.