OM en politie pleiten voor behoud bewaarplicht

News General Netherlands 7 APR 2015
OM en politie pleiten voor behoud bewaarplicht

Het Openbaar Ministerie en de Nederlandse politie pleiten in een rapport aan de Tweede Kamer voor het handhaven van de Bewaarplicht voor Telecommunicatiegegevens. Dat is de essentie van het rapport, dat 31 maart door minister Van der Steur van Veiligheid en Justitie aan de Tweede Kamer is overhandigd.

Toezending van het rapport was toegezegd tijdens het overleg tussen Van der Steur en de Tweede Kamer over dataretentie en privacy op 25 maart jongstleden. In het rapport wordt aan de hand van ruim 100 cases het belang van bewaren van telecommunicatiegegevens voor opsporingsdoeleinden nader toegelicht. Het rapport zal volgens Van der Steur worden gebruikt ter onderbouwing van nut en noodzaak in het herziene wetsvoorstel inzake dataretentie.

'Daling effectiviteit opsporing'

Zonder bewaarplicht voor telecommunicatiegegevens verwachten OM en politie dat de effectiviteit en efficiëntie bij het opsporen en vervolgen van ernstige misdrijven aanzienlijk zal dalen. Daarmee zou de overheid in een belangrijke verplichting jegens haar burgers tekortschieten, zo schrijven R. Bik, plaatsvervangend korpschef Nationale Politie en G.W. van der Burg, procureur-generaal Openbaar Ministerie in het gezamenlijke rapport.

In de huidige samenleving, waarin zoveel communicatie plaatsvindt via telefoon en internet, zijn er volgens OM en politie eigenlijk geen alternatieven denkbaar voor het gebruik van (historische) telecommunicatiegegevens in de opsporing. In een toenemend aantal gevallen vormen gebruikers- en verkeersgegevens het enige aanknopingspunt voor de opsporing, aldus het rapport. Voorbeelden zijn veel vormen van computercriminaliteit, het bezit en de verspreiding van kinderporno en uitingsdelicten als discriminatie, smaad en bedreiging. Ook bij veel straatroven en inbraken zijn verkeersgegevens (die aangeven wie, waar, wanneer was en met wie een verdachte contact had) vaak het voornaamste aanknopingspunt.

In het voorwoord van het rapport benadrukken de samenstellers dat de bescherming van de persoonlijke levenssfeer (het recht op privacy) en de bescherming van de maatschappij tegen ernstige criminaliteit af en toe conflicteren. Beide auteurs geven aan dat gebruik van door operators en ISP’s bewaarde gegevens echter geen regel zal zijn.  Alleen als er geen andere mogelijkheden zijn kan in het belang van criminaliteitsbestrijding de noodzaak ontstaan om communicatiegegevens te gebruiken. Per geval moet er een afweging worden gemaakt wat zwaarder weegt. Het gebruik van verkeersgegevens op het gebied van e-mailverkeer of telefonie moet daarbij in ieder geval mogelijk zijn.

Achtergrond bewaarplicht

De in 2009 in Nederland ingevoerde bewaarplicht is begin maart door de rechter buiten werking gesteld. De buiten werking gestelde Wet Bewaarplicht Telecommunicatiegegevens bepaalde dat telefoongegevens 12 maanden moesten worden bewaard en internetgegevens zes maanden. De rechter heeft op 11 maart 2015 de bewaarplicht buiten werking gesteld. Sindsdien zijn telecomaanbieders niet meer verplicht telecomgegevens te bewaren ten behoeve van de opsporing. De meeste aanbieders hebben sindsdien laten weten dat zij dit dan ook niet meer zullen doen.

Al in april 2014 had het Europese Hof van Justitie de EU-verordening inzake dataretentie met terugwerkende kracht onrechtmatig verklaard. De Nederlandse regering hield echter vast aan de Nederlandse wetgeving inzake dataretentie, vooral uit het oogpunt van opsporingsdoeleinden. Het concept-wetsvoorstel voor een nieuwe bewaarplicht is overigens al klaar. Het kabinet wil duidelijker onderscheid maken naar de ernst van de misdrijven die onderzocht worden. De toegang tot de gegevens moet vooraf beter worden getoetst en de verkeersgegevens moeten op Europese bodem worden opgeslagen.  

Gerelateerde artikelen