In Nederland geen verkeerde telecomgegevens gebruikt bij opsporing

Nieuws Algemeen Nederland 1 OKT 2019
In Nederland geen verkeerde telecomgegevens gebruikt bij opsporing

Voor zover bekend maakt de Nederlandse politie geen gebruik van foute of onvolledige telecomgegevens in het kader van opsporingsdoeleinden. Dat stelt minister Ferd Grapperhaus (Justitie & Veiligheid) in antwoord op Kamervragen. 

Tweede Kamerlid Van der Graaf (ChristenUnie) had vragen gesteld over de manier waarop in Nederland telecomgegevens gebruikt worden als bewijs in rechtszaken. Aanleiding was het voornemen van de Deense overheid om 10.000 uitspraken in rechtszaken opnieuw te beoordelen omdat er fouten of onvolledigheden zaten in gegevens zoals locatiebepaling op basis van peilingen via antennemasten. 

In Denemarken zou het gaan om fouten gemaakt bij de conversie van bronbestanden naar informatie die geschikt is voor opsporingsdoeleinden. Daarnaast zou er ook in door Deense telecomoperators geleverde bronbestanden onvolledigheden zitten. Mogelijk zijn hierdoor verkeerde uitspraken gedaan in strafzaken.

Gebruik telecomgegevens voor opsporing

Net als in Denemarken wordt in Nederland gebruik gemaakt van telecommunicatiegegevens bij het opsporen en vervolgen van misdrijven. In 2017 werden er 35.130, in 2018 34.221 historische verkeersgegevens gevorderd. Historische telecomgegevens leveren vaak pas resultaat op in combinatie met andere opsporingsmiddelen, zoals observeren, doorzoeken van plaatsen, en telefoontaps. Hierdoor kan het resultaat achteraf niet aan één specifiek opsporingsmiddel worden toegeschreven, stelt Grapperhaus.

De minister benadrukt dat in Nederland alleen oorspronkelijke bronbestanden van telecomgegevens als bewijs mogen worden aangevoerd, niet gegevens die vergaard worden met zogeheten conversietools. De Nederlandse politie kent de voorbeelden van hoe het mis ging met conversie van bronbestanden in Denemarken, maar is ermee bekend hoe de aangeleverde informatie moet worden geïnterpreteerd, aldus Grapperhaus. 

Hij benadrukt nogmaals dat er geen concrete aanleiding is om aan te nemen dat er door de politie in Nederland onnauwkeurige of onjuiste gegevens worden gebruikt. Sinds het buiten werking stellen van de Wet bewaarplicht telecommunicatiegegevens in 2015, bewaren telecomproviders overigens alleen die gegevens die zij nodig hebben voor hun eigen bedrijfsvoering. Dat leidt er volgens Grapperhaus toe dat niet alles bewaard wordt en derhalve niet alles kan worden geleverd aan de opsporingsdiensten.


 

Gerelateerde artikelen