
De overheid heeft op 5 december het Besluit veiligheid en integriteit telecommunicatie (Bvit) gepubliceerd. Daarmee is er de wettelijke mogelijkheid om een leverancier uit Nederlandse netwerken te weren, op grond van het bewijs of vermoeden dat die leverancier de netwerken wil ondermijnen. Ongeveer gelijktijdig werkt de overheid aan een andere maatregel: het Besluit ongewenste zeggenschap telecommunicatie bepaalt dat buitenlandse overnames in de sector telecom en ICT moeten worden voorgelegd aan het ministerie van EZK.
Het besluit geeft de concrete invulling aan de Europese maatregelen voor 5G-beveiliging. Dit jaar hebben alle lidstaten de kwestie onderzocht. De vragen rondom cybersecurity en ‘statelijke actoren’ spelen al langer, maar door 5G en de handelsoorlog van de VS is de kwestie in een stroomversnelling geraakt.
Strenge eisen aan besluit
Hoewel het besluit er nu ligt, zitten er ook drempels in die het voor de Nederlandse regering niet makkelijk maken om leverancier X uit land Y te verbieden. Het kan alleen als alle minder ingrijpende technische maatregelen ineffectief zijn. Daarbij is het ook gewoon een politiek besluit, gericht tegen derde land.
Een besluit om een leverancier te verbieden, kan grote gevolgen hebben. Het zou kunnen betekenen dat een aanbieder snel van alles moet aanpassen om de continuïteit van de dienstverlening te bewaren. De kans is groot dat de overheid een schadevergoeding moet betalen aan de getroffen bedrijven, zeker als het gaat om investeringen die al waren gedaan voordat het besluit van kracht werd.
Toetsen aan het landsbelang
Ongeveer gelijktijdig werkt de overheid aan een andere maatregel: het Besluit ongewenste zeggenschap telecommunicatie bepaalt dat buitenlandse overnames in de sector telecom en ICT moeten worden voorgelegd aan het ministerie van EZK. Dit geldt voor telecomaanbieders met minimaal 100.000 klanten of een omzet van ca. 6 procent in de datacenterbranche.
Inhoudelijk hebben de twee besluiten grote raakvlakken. Ook hier geldt dat de Staat een afwijzend besluit moet kunnen rechtvaardigen. Het is immers niet te verwachten dat een bedrijf vooraf zegt dat sabotage het doel is. De datum van invoering is nog niet bekend, want de Wet ongewenste zeggenschap telecommunicatie ligt nog in de Tweede Kamer.